Skip to main content
Top

2015 | hbo | Boek

Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

Auteurs: Marike van der Schaaf, Juultje Sommers

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care

In dit boekje is het beschikbare bewijs voor het fysiotherapeutisch methodisch handelen bij patiënten op de intensive care (IC) overzichtelijk weergegeven in de vorm van een verkorte richtlijn.

In antwoord op klinisch relevante vraagstellingen bevat deze verkorte richtlijn fysiotherapie op de IC aanbevelingen voor het diagnostisch en therapeutisch proces, met adviezen over het gebruik van klinimetrie en fysiotherapeutische interventies. Daarnaast voorziet het in veiligheidscriteria voor het veilig mobiliseren en activeren van IC-patiënten.

Jaarlijks worden in Nederland meer dan 70.000 patiënten op een intensive care afdeling behandeld. De overlevingskansen van IC-patiënten zijn sterk toegenomen, maar veel van deze patiënten kampen met langdurige beperkingen in het dagelijks functioneren. De fysiotherapeut speelt een belangrijke rol in het voorkomen en verminderen van de negatieve gevolgen van inactiviteit en kritieke ziekte. Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs dat fysiotherapie effectief is en veilig kan worden uitgevoerd bij beademde en niet beademde patiënten.

Deze verkorte richtlijn is op systematische wijze opgesteld op basis van de meest recente literatuur aangevuld met klinische expertise van IC-fysiotherapeuten en -intensivisten.

Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care is een onmisbaar boekje voor wie zich bezighoudt met de preventie en de behandeling van de gevolgen van bedrust en inactiviteit bij IC-patiënten.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Inleiding
Samenvatting
Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs dat met fysiotherapie de gevolgen van ernstige ziekte, bedrust en inactiviteit voor het bewegend functioneren kunnen worden beperkt en dat dit veilig kan worden uitgevoerd bij intensive care patiënten.
De belangrijkste aangrijpingspunten voor de fysiotherapie op de intensive care zijn het voorkómen en behandelen van de gevolgen van een opname op de intensive care (zoals deconditionering en op intensive care verworven spierzwakte van functies van het bewegingssysteem en het ademhalingsstelsel).
Het evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care, opgesteld volgens de systematiek van evidence-based richtlijnontwikkeling, bevat aanbevelingen voor het diagnostisch en therapeutisch proces met betrekking tot de veiligheid, interventies en het gebruik van klinimetrie binnen de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) en is gericht op functies en activiteiten van het bewegingssysteem.
Marike van der Schaaf, Juultje Sommers
2. Diagnostisch proces
Samenvatting
Binnen het diagnostisch proces beoordeelt de fysiotherapeut of er fysiotherapeutische aangrijpingspunten zijn. Dit wordt gedaan door middel van de intake, screening op rode vlaggen en het fysiotherapeutisch onderzoek met de daarbij behorende core set van meetinstrumenten. Voor de rode vlaggen zijn veiligheidscriteria opgesteld om intensive care patiënten veilig te kunnen mobiliseren en activeren. De meetinstrumenten die worden aanbevolen om bij intensive care patiënten te gebruiken zijn:
  • voor het meten van de responsiviteit van de patiënt: de Richmond Agitatie en Sedatie Schaal (RASS) en de Standardized Five Questions (S5Q);
  • voor het meten van de gewrichtsmobiliteit: de range of motion (ROM);
  • voor het meten van de spierkracht: de Medical Research Council (MRC-)somscore of handheld dynamometrie bij een spierkracht > MRC 3;
  • voor het meten van de spiertonus: de Modified Ashworth Scale (MAS);
  • voor het meten van de sensibiliteit: de (Modified) Nottingham Sensory Assessment (MNSA);
  • voor het meten van de functionele status: De Morton Mobility Index (DEMMI).
Marike van der Schaaf, Juultje Sommers
3. Therapeutisch proces
Samenvatting
Het algemene doel van de behandeling is op een veilige manier vroegtijdig te starten met het mobiliseren en activeren van IC-patiënten, om de gevolgen van bedrust en inactiviteit voor het bewegend functioneren te beperken. Op basis van de bevindingen uit het diagnostisch proces kunnen specifieke behandeldoelen binnen de ICF worden gesteld. Het behandelplan is mede afhankelijk van de responsiviteit van de patiënt. Bij een niet-responsieve IC-patiënt vindt de therapie op passieve wijze plaats en bij een responsieve IC-patiënt is de therapie zo actief en functioneel mogelijk. De veiligheidsparameters dienen tijdens iedere behandeling gemonitord en geëvalueerd te worden en bij overschrijding van de veiligheidscriteria dient de interventie te worden gestopt. De behandeling wordt afgesloten met verslaglegging van de resultaten van de behandeling en de veranderingen in de functionele status.
Marike van der Schaaf, Juultje Sommers
4. Noten
Samenvatting
In dit evidence statement is de bewijsvoering van de aanbevelingen opgenomen in de 'noten'.
In de 'noten' wordt de bewijskracht van de literatuur en de sterkte van de aanbeveling beschreven.
Het evidence statement bevat acht 'noten'.
Noot 1: mobiliseren en activeren
Noot 2: veiligheid en 'rode vlaggen'
Noot 3: onderzoek
Noot 4: interventies
Noot 5: trainingsopbouw
Noot 6: parameters
Noot 7: stop-criteria
Noot 8: evalueren interventie.
Marike van der Schaaf, Juultje Sommers
Nawerk
Meer informatie
Titel
Evidence statement voor fysiotherapie op de intensive care
Auteurs
Marike van der Schaaf
Juultje Sommers
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0908-5
Print ISBN
978-90-368-0903-0
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0908-5