01-10-2001 | Artikelen
Etniciteit en medische problemen bij kinderen: 10 jaar poliklinische algemene kindergeneeskunde in het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 5/2001
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Doel van deze studie was het verkrijgen van inzicht in de reden van komst van kinderen op een polikliniek algemene kindergeneeskunde en in de mogelijke verschillen met betrekking tot de etnische achtergrond. Van patiënten die in de periode 1988−1998 de polikliniek algemene kindergeneeskunde bezochten werden de volgende gegevens verzameld: achtergrondkenmerken, reden van komst (probleemgeoriënteerd patiëntenclassificatiesysteem), verrichte diagnostiek, follow-up en definitieve diagnose (icd−9-codering). Etniciteit werd met behulp van de achternaam geclassificeerd. In totaal bezochten 11.998 kinderen de polikliniek, van wie 38% afkomstig uit de stad Rotterdam. Van deze 3913 patiënten was 45% van allochtone afkomst (15% Turks, 9% Marokkaans en 9% Surinaams). Turkse kinderen bezochten de polikliniek vaker met gastro-intestinale klachten (odds-ratio [or] 1,57, 95%-betrouwbaarheidsinterval [95%bi] 1,14−2,16) en op de leeftijd van 5−15 jaar ook met klachten van de urinewegen (or 2,0, 95%bi 1,13−3,54). Obstipatie en enuresis waren de meest voorkomende oorzaken. Marokkaanse kinderen presenteerden zich vaker met urinewegklachten (or 2,39, 95%bi 1,34−4,25) en luchtwegklachten (or 2,31, 95%bi 1,37−3,87). Bij hen werd de diagnose astma significant vaker gesteld (or 2,31, 95%bi 1,37−3,87) dan bij Nederlandse kinderen. Bij Surinaamse kinderen werd in beide leeftijdsgroepen de diagnose astma vaker gesteld (or 2,30, 95%bi 1,22−4,33, respectievelijk 1,92, 95%bi 1,09−3,37). Er bestaan duidelijke verschillen in reden van komst samenhangend met de etniciteit van de kinderen op een polikliniek algemene kindergeneeskunde. In de toekomst moeten we ons richten op de problemen die vaker bij allochtone kinderen voorkomen (gastro-intestinale problemen en enuresisklachten bij Turkse kinderen, luchtwegklachten, astma en enuresisklachten bij Marokkaanse kinderen en luchtwegklachten en astma bij Surinaamse kinderen), teneinde de zorg voor deze groepen te optimaliseren.