Skip to main content
Top

2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Etiologie

Auteurs : Dr. N. J. Rommelse, Prof. dr. J. Oosterlaan

Gepubliceerd in: Het ADHD bij kinderen formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Extract

Kinderen variëren wat betreft de mate waarin zij zich kunnen concentreren, hun beweeglijkheid en hun vermogen tot impulscontrole. Sommige kinderen kunnen zich uitstekend concentreren, zijn rustig, en handelen nooit impulsief; andere kinderen zijn extreem afleidbaar, motorisch onrustig, en impulsief. Bij een deel van de afleidbare, hyperactieve en impulsieve kinderen is het gedrag dermate storend voor henzelf en hun omgeving dat van ADHD gesproken kan worden. ADHD is dus niet zozeer een dichotome aandoening (aan- dan wel afwezig) maar eerder een benaming van kwantitatief afwijkend gedrag. De precieze grens tussen normaal en abnormaal gedrag is moeilijk aan te geven. Deze grens wordt veelal vastgesteld voor vragenlijstscores op basis van de predictieve validiteit van de score voor een DSM-diagnose ADHD. Er bestaat dan ook een grijs gebied waarin kinderen duidelijk (enkele) kenmerken van ADHD vertonen, maar het gedrag niet belemmerend werkt voor het kind zelf en zijn omgeving en er dus (in strikte zin) geen sprake is van ADHD. Tevens valt er binnen de groep kinderen met ADHD een kwantitatief onderscheid te maken van kinderen die net voldoen aan de criteria van de stoornis tot aan kinderen die in zeer ernstige mate lijden aan de aandoening. Door ADHD als extreem van een continuüm te zien, wordt ook inzichtelijker waarom een deel van de kinderen ‘over de stoornis heen groeit’. Bij deze kinderen worden de aandachtsproblemen en hyperactiviteit/impulsiviteit wat minder extreem als ze ouder worden, waardoor ze uiteindelijk niet meer voldoen aan alle criteria voor een diagnose ADHD. Het is echter waarschijnlijk dat deze kinderen ook op latere leeftijd altijd wat ongeconcentreerder, drukker en impulsiever zullen blijven dan leeftijdsgenoten (dus altijd wat boven het gemiddelde zullen blijven). Hierna volgt een bespreking van mogelijke etiologische factoren. …
Metagegevens
Titel
Etiologie
Auteurs
Dr. N. J. Rommelse
Prof. dr. J. Oosterlaan
Copyright
2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-6572-2_3