Skip to main content
Top

2023 | Boek

Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid

Praktijkboek beroepsethiek en morele oordeelsvorming

Auteurs: André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit praktijkboek maakt de bedrijfs- en verzekeringsartsen wegwijs in de beroepsethiek van hun eigen vak. Hoe komen zij tot een moreel juist oordeel? Op welke sociomedische morele beginselen steunt een ethiek voor artsen voor arbeid en gezondheid? Bovenal: hoe te komen tot een moreel juist oordeel in lastige praktijkvragen waar wet, wetenschap en geweten met elkaar in de clinch liggen? Voor dergelijke vragen is een gefundeerde methode beschikbaar: Morele Oordeelsvorming. Het boek is een grondige kennismaking met deze methode. Het geeft antwoord op de vraag ‘Wanneer is een handeling moreel juist?’ en ‘Hoe met collega’s tot een moreel juiste beslissing te komen?’ Zestien knellende praktijksituaties, waar rechten, belangen en wensen van cliënten, werkgevers en anderen met elkaar botsen, illustreren de methode Morele Oordeelsvorming in de praktijk.

Met een blik op de morele geschiedenis van de sociale geneeskunde, een overzicht van sociomedische beginselen en verdiepende reflectievragen, is het boek waardevol en bruikbaar voor de beroepsopleiding en de nascholing. Het is vooral nuttig voor intercollegiale toetsingsgroepen. Het is een uitstekende basis voor de verdere ontwikkeling van een beroepsethiek, waardoor artsen voor arbeid en gezondheid ook in de toekomst hoeder kunnen zijn van sociale rechtvaardigheid op het gebied van participatie en gezondheid.

Dr. André Weel, vele jaren werkzaam geweest als bedrijfsarts, onderzoeker en opleider, was eerder auteur van Praktijkdilemma’s voor bedrijfs- en verzekeringsartsen (2005), een voorloper van dit boek. Kevin De Decker, verzekeringsarts, is werkzaam als landelijk adviseur verzekeringsartsen bij UWV, en voorzitter van de NVVG. Ruud Meij, filosoof, was tot zijn pensioen werkzaam aan de Universiteit voor Humanistiek en is partner in Governance & Integrity en directeur van de Foundation for Justice, Integrity and Anti Corruption.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Op weg naar een beroepsethiek
Samenvatting
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de gedachtegang die het boek draagt. In de openingscasus wordt een verzekeringsarts met een lastig probleem geconfronteerd: een cliënt met een ernstige ziekte en een beperkte levensverwachting. Deze casus is de aanloop naar een beschouwing over de beroepsethiek voor de arts voor arbeid en gezondheid. Dat moet een steunende, reflectieve, responsieve, vertrouwenwekkende en verantwoordelijke beroepsethiek zijn. Beroepsethiek begint met morele twijfel. Wanneer is een handeling of beslissing moreel juist? Om die vraag te beantwoorden hebben we zowel een methode als een maatstaf nodig. Een moreel oordeel moet berusten op een goede methode van moreel onderzoek. We werpen een blik op de geschiedenis van de ethiek sedert de Verlichting. De arts voor arbeid en gezondheid van vandaag staat in een indrukwekkende traditie. Gerechtigheid en recht vormen de brug tussen de pioniers van toen en de huidige praktijk. De arts voor arbeid en gezondheid is het alledaagse gezicht van de sociale rechtsstaat. Hij wordt dan ook wel aangeduid als street level bureaucrat.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Naar een ethiek voor artsen voor arbeid en gezondheid

Voorwerk
2. Ethiek: recht doen aan de ander
Samenvatting
Door onderscheid te maken tussen descriptieve ethiek, normatieve ethiek en meta-ethiek, laten we zien dat we bij een beroepsethiek een normatieve ethiek op het oog hebben: een ethiek die richtinggevend kan zijn voor een verantwoorde invulling van de beroepspraktijk. Voor een bevredigend antwoord op de vraag ‘Wanneer is een handeling of beslissing moreel juist?’ gaan we na welke antwoorden we krijgen als we deze vraag aan collega’s voorleggen. Eén antwoord lichten we eruit, namelijk dat een handeling moreel juist is als zij overeenstemt met mijn normen en waarden. Dit antwoord – met zijn tekortkomingen – zet ons op het spoor van een ander antwoord: een handeling is moreel juist als recht wordt gedaan aan de ander. Tot slot besteden we aandacht aan het onderscheid tussen rechtmatigheid (het in overeenstemming zijn met de wet) en morele juistheid – het recht doen aan de ander.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
3. Ethiek: rekening houden met wensen, belangen en rechten
Samenvatting
We diepen het onderscheid tussen rechten, belangen en wensen uit door het spoor terug te volgen naar de bron: de moderne ethiek in de 18de eeuw. We zetten uiteen wat moderne ethiek ‘modern’ maakt, namelijk haar gerichtheid op het handelen en de toekomst. Daarna schetsen we drie manieren om aan ethiek te doen die nog altijd het morele speelveld bepalen: Jeremy Bentham en de ethiek van belangen en gevolgen, Adam Smith en de ethiek van deugden, en Immanuel Kant en de rechten ofwel beginselethiek. Dit helpt ons te zien dat rechten, belangen en wensen niet hetzelfde gewicht in de schaal leggen: rechten wegen zwaarder dan belangen, terwijl wensen er ons op attent maken dat we een mens van vlees en bloed tegenover ons hebben die we serieus moeten nemen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Van roeping naar beroepsethiek

Voorwerk
4. De ontdekking van een roeping
Samenvatting
We gaan eerst in op de historische ontwikkeling van de arbeidsgeneeskunde omdat die onmisbaar is als achtergrond om het morele leerproces door de eeuwen heen in al zijn facetten te kunnen begrijpen. We staal stil bij het vroege kapitalisme en bespreken de visies van Karl Marx en Friedrich Engels over sociale rechtvaardigheid. Bij hen en andere pioniers van de sociale geneeskunde, onder wie de artsen Louis René Villermé, Edwin Chadwick en Rudolf Virchow, treffen we het eerste morele beginsel aan dat de arbeidsgeneeskunde tot een gerechtigheidsproject bij uitstek maakt: het aan het licht brengen, voorkómen of verminderen van sociaal lijden. Anders gezegd: de roeping dat de idealen van de arbeidsgeneeskunde een antwoord zijn op historisch ingrijpende ontwikkelingen. Het tweede beginsel is de verplichting tot het bevorderen van positieve gezondheid zoals het onder eigen regie op passende wijze omgaan met de lichamelijke, emotionele, sociale en morele uitdagingen van leven en werk. We bespreken begrippen als sociale rechtvaardigheid en de beginselen van verdienste en behoefte. De strijd tegen sociaal lijden is ook heden ten dage nog de roeping van de arts voor arbeid en gezondheid.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
5. Van roeping naar beroep
Samenvatting
In het vorige hoofdstuk ontdekten we sociaal lijden als het draaipunt van het eerste maatgevende beginsel van een ethiek voor artsen voor arbeid en gezondheid. In dit hoofdstuk staat het tweede maatgevende beginsel centraal: het herstellen en bevorderen van positieve gezondheid rondom arbeid. Deze ontdekkingsreis draait om twee fenomenen: verrechtelijking en hippocratische besmetting. Verrechtelijking is de omzetting van belangen in (sociale) rechten en wetten. Het laat zich goed uitleggen aan de hand van het Kinderwetje van Samuel van Samuel van Houten uit 1874. We bespreken enkele belangrijke facetten van verrechtelijking: ten eerste, de ontdekking van morele beginselen in de vorm van burgerlijke, politieke en sociale rechten. Ten tweede, de sociale rechten als mensenrechten. Daarna wenden we de blik naar de hippocratische besmetting: de cliënt gaat vanaf de Ongevallenwet van 1901 ook als individu een belangrijke rol spelen. Dit plaatst arbeidsgeneeskundigen soms voor een dilemma: mag de goede zorg voor de gezondheid van de cliënt zwaarder wegen dan de verplichtingen van de cliënt jegens de overheid en de samenleving? Daardoor krijgt verrechtelijking in de praktijk van de arbeidsgeneeskunde zijn bijzondere scherpte. Aan het einde van het hoofdstuk keren we terug naar de droom van Virchow: geneeskunde als sociale wetenschap en sociale rechtvaardigheid. We sluiten af met een eerste typering van de sociomedische beginselen voor de arts voor arbeid en gezondheid.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
6. Naar een responsieve beroepsethiek
Samenvatting
In dit hoofdstuk introduceren wij een responsieve beroepsethiek voor de arbeidsgeneeskunde. Deze beroepsethiek wil op geleide van de gerechtigheid verantwoord reageren op de uitdagingen die de samenleving stelt. We schetsen deze responsieve beroepsethiek in enkele stappen. De verrechtelijking, en vooral de toevoeging van sociale rechten, leidt tot een explosie van rechten in de 20ste eeuw. Daardoor is de morele oordeelslast voor de arts voor arbeid en gezondheid toegenomen. In zijn bedrijfs- of verzekeringsarts ontmoet de burger niet alleen zijn overheid maar ook de professional die het op zich heeft genomen om de burger recht te doen waar zijn werk en gezondheid in het geding zijn. De arts voor arbeid en gezondheid is niet alleen een street level bureaucrat, maar ook een agent for social justice on work and health. Een responsieve beroepsethiek vraagt om een passende invulling van het discretionaire mandaat.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
7. Sociomedische beginselen
Samenvatting
In dit hoofdstuk grijpen wij terug op de twee missionaire beginselen die de arbeidsgeneeskunde dragen: het aan het licht brengen, onderzoeken, voorkómen en verlichten van sociaal lijden; en het bevorderen van het omgaan met de lichamelijke, emotionele en sociale uitdagingen van leven en werken. Vervolgens werken wij deze beide missionaire beginselen uit in vier domeinen: gezondheid en kwaliteit van leven; goede zorg voor de cliënt; solidariteit en re-integratie; duurzame arbeid en participatie. Dat levert ons zestien richtinggevende sociomedische beginselen op. We sluiten dit hoofdstuk af met enkele voorwaardelijke beginselen, samengevat als professionele integriteit, die het handelen van de beroepsbeoefenaar ondersteunen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Het onderzoek van morele vraagstukken

Voorwerk
8. Het morele oordeel als procedure voor moreel onderzoek
Samenvatting
We openen dit hoofdstuk met een beknopte introductie van moreel beraad. Daarna bieden we een overzicht van de methode Morele Oordeelsvorming. Vervolgens behandelen we afzonderlijk het zevenstappenplan van deze methode. We besluiten met een korte bespreking van het morele oordeel, de betekenis van de gevoelens die dat oproept, en de inrichting van een moreel leerproces voor artsen voor arbeid en gezondheid.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
9. Inleidende verkenningen van het morele speelveld
Samenvatting
In dit hoofdstuk verkennen we aan de hand van een casus het morele speelveld voor de arts voor arbeid en gezondheid. Daarin werken we het probleem uit dat een oordeel dat rechtmatig is nog niet moreel juist hoeft te zijn. Dat onderscheid tussen recht en moraal is van groot belang, omdat het werk van de arts voor arbeid en gezondheid zo diep in de wetgeving over sociale zekerheid is ingeklemd. In de casus volgen we het moreel beraad volgens het zevenstappenplan, tot stap 6.1. We laten zien wat er in de weging van argumenten op het spel staat. Juridische informatie speelt in veel gevallen een cruciale rol in de besluitvorming. Verschillende wetten en regelingen worden daarom toegelicht, zoals de Wet uitbreiding loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (Wulbz), Wet verbetering poortwachter (Wvp), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), het medisch arbeidsongeschiktheidscriterium (MAOC), en het verzekeringsgeneeskundig onderzoek. We zien af van een uiteindelijke beslissing. We nodigen de lezer uit om, waar wij het beraad stoppen, zelf tot een moreel oordeel te komen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Aan de slag met Morele Oordeelsvorming

Voorwerk
10. Casussen van bedrijfsartsen
Samenvatting
In dit hoofdstuk bespreken wij een achttal casussen uit de praktijk van de bedrijfsarts. Deze wordt daarbij telkens voor een lastige keuze geplaatst. Kwesties die worden belicht zijn de bescherming van cliënten tegen verhoogde gezondheidsrisico’s, de grenzen van het beroepsgeheim bij het weigeren van voorgeschreven medicatie, ‘onmogelijke situaties’, bescherming van de persoonlijke levenssfeer, verplicht opleggen van een leefstijlinterventie om arbeidsgeschiktheid en duurzame inzetbaarheid te behouden, en het recht om vrijgesteld te worden van betaalde arbeid bij een naderend levenseinde. Voor het nemen van een beslissing is het essentieel te beginnen met het duiden van de argumenten als beginselargumenten of gevolgargumenten. Bij de bespreking hanteren wij de methode Morele Oordeelsvorming. Elke bespreking bestaat uit vijf onderdelen: Inleiding – Casus – De zeven stappen – Bespreking – Leervragen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
11. Casussen van verzekeringsartsen
Samenvatting
In dit hoofdstuk bespreken wij een achttal casussen uit de praktijk van de verzekeringsarts. Daarbij wordt de verzekeringsarts voor lastige keuzes geplaatst. Kwesties die worden belicht zijn de verplichting tot (arbeids)participatie bij een verkorte levensverwachting; de maatschappelijke plicht tot arbeidsparticipatie in het geval van het verlenen van mantelzorg en een langjarig arbeidsverleden; het beeld van de somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK); in hoeverre mag iemand een behandeling weigeren?; de grenzen van de informatieplicht als je als verzekeringsarts meer weet over de ziekte dan de cliënt zelf; mag een verzekeringsarts persoonlijke informatie van een cliënt uit Facebook gebruiken?; omgaan met een niet-pluisgevoel; professionele integriteit en waar trek je de grens als je de schijn van belangenverstrengeling signaleert? Bij de bespreking hanteren wij de methode Morele Oordeelsvorming. Elke bespreking bestaat uit vijf onderdelen: Inleiding – Casus – De zeven stappen – Bespreking – Leervragen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker

Beroepsethiek in ontwikkeling

Voorwerk
12. Moresprudentie: van casus naar beroepsethiek
Samenvatting
In het slothoofdstuk van dit boek leggen we uit wat moresprudentie is. Het startpunt van moresprudentie zijn de uitkomsten van moreel onderzoek. Allereerst laten we zien dat moresprudentie een onmisbare bijdrage levert aan de beroepsethiek voor bedrijfs- en verzekeringsartsen. We laten zien hoe moresprudentie kan worden opgebouwd en hoe het helpt om invulling te geven aan de discretionaire ruimte. Moresprudentie is evenwel meer dan een verzameling morele oordelen. Het levert een handreiking op om vanuit moreel perspectief – ‘recht doen aan de ander’ – invulling te geven aan het dagelijks werk van de bedrijfs- en verzekeringsarts. Natuurlijk kunnen we daarin niet volledig zijn. Niettemin is het een goed vertrekpunt om in de toekomst deze moresprudentie voor de arts voor arbeid en gezondheid verder uit te bouwen.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
13. Terugblik
Samenvatting
Wij staan aan het einde van een lange weg die voor ons als auteurstrio in 2018 begon. Vanaf dag één stond ons voor ogen dat we een bijdrage wilden leveren aan een beroepsethiek voor artsen voor arbeid en gezondheid die geworteld moest zijn in een moreel leerproces. Dat hebben we geweten. In de vijf jaar die wij aan dit boek hebben gewerkt, werd de boom van de beroepsethiek steeds hoger en dikker. Maar hij wortelde ook steviger.
André Weel, Ruud Meij, Kevin De Decker
Nawerk
Meer informatie
Titel
Ethiek voor artsen arbeid en gezondheid
Auteurs
André Weel
Ruud Meij
Kevin De Decker
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2958-8
Print ISBN
978-90-368-2957-1
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2958-8