Gepubliceerd in:

01-10-2024 | Onderzoek

Eosinofielen en inhalatiecorticosteroïden bij COPD

Auteurs: Sandra Aengevaeren, Erik Bischoff

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 10/2024

Samenvatting

De thuiszorg belt. ‘Onze zwakbegaafde COPD-patiënt kan absoluut niet puffen. Vernevelen kan wel, maar gaat moeizaam. In verband met frequente longaanvallen heeft hij er inhalatiecorticosteroïden (ICS) bij gekregen, maar weten we zeker dat het echt nodig is?’ Bepalen welke COPD-patiënten baat hebben bij ICS blijft een uitdaging. Wij zochten uit of bepaling van het eosinofielengehalte hierbij kan helpen en vonden: hoe hoger het aantal eosinofielen, hoe gunstiger het effect van ICS lijkt te zijn. Het beste afkappunt lijkt ≥ 200 cellen/μL.

vorige artikel Hoe betrouwbaar is de klinische diagnose onychomycose?

volgende artikel MRSA-verspreiding is ook een probleem buiten zorginstellingen

Bohn Stafleu van Loghum

Eosinofielen en inhalatiecorticosteroïden bij COPD

Samenvatting

Andere artikelen Uitgave 10/2024

Vapende jongeren en de rol van de huisarts

Hoe betrouwbaar is de klinische diagnose onychomycose?

Antwoord ‘Jeukende plek bij schouderblad’

Referentiewaarden, klinische beslisgrenzen en streefwaarden in de laboratoriumdiagnostiek

Vapen is het nieuwe zitten

MRSA-verspreiding is ook een probleem buiten zorginstellingen

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Samenvatting

Log in om toegang te krijgen

Vapende jongeren en de rol van de huisarts

Hoe betrouwbaar is de klinische diagnose onychomycose?

Antwoord ‘Jeukende plek bij schouderblad’

Referentiewaarden, klinische beslisgrenzen en streefwaarden in de laboratoriumdiagnostiek

Vapen is het nieuwe zitten

MRSA-verspreiding is ook een probleem buiten zorginstellingen