Samenvatting
Emoties kleuren wat er in groepen gebeurt. Je kunt in groepen alle soorten emoties tegenkomen, van zeer positieve tot zeer negatieve. Er zijn veel emoties; al gauw enkele tientallen. Men gaat er meestal van uit dat er vier universele basisemoties zijn. Deze worden getypeerd als de vier B’s en zijn: boos, bedroefd, bang en blij. Later onderzoek toont aan dat er nog een vijfde basisemotie is: liefde. We geven van elke basisemotie een korte typering. Emoties kunnen behoorlijk ingewikkeld zijn. De emotie die we aan de buitenkant zien, is lang niet altijd de emotie waar het werkelijk om gaat. Achter boosheid kan bijvoorbeeld angst schuilgaan. Anders gezegd: emoties zijn gelaagd. Groepen ervaren en tonen vooral veel emoties in periodes van een belangrijke verandering of overgang. Zo’n overgang noemen we transitie. We bespreken drie fasen tijdens transities. Emoties kunnen onbewust zijn en een heel oude oorsprong hebben. Men spreekt dan van overdracht: daarbij worden oude gevoelens (zoals oud zeer, oude boosheid, oud verdriet en oude angsten) overgedragen op een nieuwe situatie. We geven aan hoe je dit als begeleider kunt herkennen en er goed mee kunt omgaan.