Inleiding
Plexopathieën staan vaak te boek als ‘lastige’ aandoeningen vanwege hun complexe anatomie en relatief zeldzame voorkomen. In de praktijk zijn er echter enkele vuistregels die het stellen van de klinische diagnose vergemakkelijken. Vooral die ingewikkelde anatomie zorgt ervoor dat wanneer een perifere laesie niet terug te voeren is tot letsel van één zenuwwortel of perifere zenuw, in de juiste klinische setting aan een plexusletsel moet worden gedacht. De differentiële diagnose is vervolgens redelijk beperkt tot een aantal goed omschreven syndromen in een paar etiologische categorieën (zie tabel 10.1 en tabel 10.2). In veel gevallen is de aanleiding anamnestisch al duidelijk (vooral trauma, iatrogeen, of obstetrisch plexusletsel).