TODO: Skip to main content
Top
Gepubliceerd in:

01-10-2009 | Origineel artikel

Eenvoudige elleboogluxaties in Nederland: wat doen Nederlandse chirurgen?

Auteurs: J. de Haan, N. W. L. Schep, R. W. Peters, W. E. Tuinebreijer, D. den Hartog

Gepubliceerd in: Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie | Uitgave 5/2009

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Er is weinig evidence voor de optimale behandeling van eenvoudige elleboogluxaties. Wel zijn er aanwijzingen dat eenvoudige elleboogluxaties niet te lang moeten worden geïmmobiliseerd en functioneel kunnen worden nabehandeld. Om een overzicht te krijgen van de manier waarop eenvoudige elleboogluxaties in Nederland worden behandeld, verrichtten wij een enquête onder leden van de Nederlandse Vereniging voor Traumatologie. Alle leden ontvingen een e-mail met het verzoek een digitale vragenlijst over de behandeling van elleboogluxaties in te vullen. Het responspercentage was 17% (n=90). Vijfendertig (39%) chirurgen verbinden geen consequenties aan stabiliteitsonderzoek van de elleboog na repositie; 63% van deze chirurgen behandelt de patiënten met een gipsverband gedurende gemiddeld 3,4 weken. Bij 55 (61%) van de 90 respondenten beïnvloedt het stabiliteitsonderzoek wel de vorm van behandeling. Bij een stabiel gewricht wordt in ongeveer 64% van de gevallen een functionele behandeling voorgeschreven en bij een instabiel gewricht behandelt 24% van de respondenten functioneel met een functionele fixateur. De resultaten van de enquête onder Nederlandse chirurgen laat zien dat de meeste ondervraagden immobilisatie verkiezen boven functionele behandeling.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
Eenvoudige elleboogluxaties in Nederland: wat doen Nederlandse chirurgen?
Auteurs
J. de Haan
N. W. L. Schep
R. W. Peters
W. E. Tuinebreijer
D. den Hartog
Publicatiedatum
01-10-2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie / Uitgave 5/2009
Print ISSN: 2214-8736
Elektronisch ISSN: 2214-8744
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03081720