01-05-2014 | Onderzoek
Een samenwerkingsmodel voor patiënten met chronische nierschade
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 5/2014
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Scherpbier-de Haan ND, Vervoort GM, Van Weel C, Braspenning JC, Mulder J, Wetzels JF, De Grauw WJ. Een samenwerkingsmodel voor patiënten met chronische nierschade. Huisarts Wet 2014;57(5):232–5.
Achtergrond
In de eerste lijn komt chronische nierschade onder patiënten met diabetes of hypertensie veel voor. Deze cardiovasculaire risicofactor wordt echter vaak onvoldoende aangepakt. Een samenwerkingsmodel waarin huisartsen en praktijkondersteuners via internet een nefroloog kunnen consulteren, zou dat kunnen verbeteren.
Methode
Wij voerden een cluster-RCT uit in negen huisartsenpraktijken, onder patiënten met diabetes of hypertensie en chronische nierschade (geschatte glomerulaire filtratiesnelheid < 60ml/min/1,73 m2), Vijf praktijken pasten een jaar lang het samenwerkingsmodel toe en vier praktijken leverden reguliere zorg. Onze belangrijkste uitkomstmaten waren de gemiddelde bloeddrukverlaging en het percentage deelnemers dat de streefbloeddruk (≤ 130/80 mmHg) bereikte.
Resultaten
Wij analyseerden de gegevens van 90 patiënten in de interventiegroep en 74 in de controlegroep. De kans dat een patiënt een systolische bloeddruk van 130 mmHg bereikte, was in de interventiegroep 2,9 keer zo groot als in de controlegroep (95%-BI 1,4 tot 5,8), de kans op een diastolische bloeddruk van 90 mmHg was 2,5 keer zo groot (95%-BI 1,3 tot 4,7). In de interventiegroep nam de systolische bloeddruk af met 8,1 mmHg (95%-BI 4,8 tot 11,3), de diastolische met 1,1 mmHg (95%-BI –1,0 tot 3,2), tegenover –0,2 mmHg (95%-BI –3,8 tot 3,3) respectievelijk –0,5 mmHg (95%-BI –2,9 tot 1,8) in de controlegroep. In de interventiegroep lag bovendien het gebruik van lipidenverlagende middelen, RAS-remmers en vitamine D hoger en waren de concentraties parathormoon lager.
Conclusie
Een samenwerkingsmodel waarin huisarts, praktijkondersteuner en nefroloog samenwerken in de begeleiding van patiënten met diabetes of hypertensie en chronische nierschade, leidt tot een significant lagere systolische bloeddruk dan reguliere zorg.