Bij de evaluatie van een schildkliernodus of multinodulair struma komen diverse vragen aan de orde. De vraag of er sprake kan zijn van een maligniteit is veelal de meest dringende. Maar ook lokale klachten, klachten als gevolg van hyperthryeoïdie en kortademigheid kunnen aan de orde komen. Aangezien het overgrote deel van de schildkliernodi en struma’s benigne is, is zorgvuldige afweging van het vervolgtraject belangrijk, om overdiagnostiek en -behandeling te voorkomen.
De huisarts heeft de regie bij de eerste afweging of nader onderzoek en behandeling noodzakelijk zijn. Hierna wordt een aantal aspecten besproken die hierbij kunnen worden meegewogen.