01-12-2010 | casus
Een patiënt met een crurisfractuur en een distale triplane fractuur van de tibia: twee fracturen, of toch één?
Gepubliceerd in: Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie | Uitgave 6/2010
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
De combinatie van een triplane fractuur en een crurisfractuur, waarbij de triplane fractuur spiraalvormig doorloopt naar proximaal en overgaat in een tibiaschachtfractuur, is zeer zeldzaam. Dit letsel is het gevolg van een rotatietrauma van het onderbeen. De diagnose kan worden gesteld aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek, meestal aangevuld met een CT-scan. Er wordt een casus beschreven van een ongebruikelijke presentatie van een triplane fractuur, die ver doorloopt naar proximaal. In eerste instantie leek er op de foto sprake te zijn van twee afzonderlijke fracturen, maar dit bleek toch één doorlopende fractuur te zijn. De morfologie van deze fractuur heeft consequenties voor de behandeling. Een gedisloceerde triplane fractuur wordt gereponeerd met een of meer schroeven. Een crurisfractuur wordt meestal behandeld met een intramedullaire pen. In onze casus was echter sprake van een gecombineerde fractuur, waarvoor plaatosteosynthese van de tibiaschacht en een schroef voor de triplane component waren aangewezen.