In de jaren 90 deed ik voor mijn opleiding Algemene sociale wetenschappen een onderzoek- stage bij het project ‘Vrouwenmishandeling' van de politie. Hoewel we toen al wisten dat bijna de helft van de vrouwen een vorm van fysiek of seksueel geweld meemaakt (Römkens, 1995), was dat project destijds heel vernieuwend. Tot die tijd werd in politiekringen bij geweld thuis vaak gesproken over ‘een echtelijke twist' of ‘ruzie tussen partners'. Met het project Vrouwenmishandeling kwam bij de politie erkenning voor het feit dat vrouwen thuis structureel geweld kunnen meemaken, en dat er vaak meer nodig is dan ‘het sussen van de partijen' of ‘de man manen tot afkoelen.' …