01-10-2001 | Artikelen
Een cross-culturele vergelijking van emotionele problemen en gedragsproblemen bij Nederlandse kinderen en Turkse migrantenkinderen
Gepubliceerd in: Tijdschrift voor Kindergeneeskunde | Uitgave 5/2001
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Werkers in de somatische en geestelijke gezondheidszorg moeten hun methoden, kennis en vaardigheden aanpassen om adequate zorg te verlenen aan migrantenkinderen en hun ouders. Onderzoek naar de prevalentie van emotionele stoornissen en gedragsstoornissen in verschillende culturen, en naar de factoren die het risico op deze stoornissen verhogen of juist verlagen, ondersteunt het klinisch denken en handelen. Beschreven worden twee studies waarin de prevalentie van deze stoornissen en de risicofactoren in verschillende culturen vergeleken worden, gebruikmakend van de Child Behavior Checklist (
CBLL), een oudervragenlijst die probleemscores oplevert.
Nederlandse kinderen en adolescenten vertonen weinig emotionele stoornissen en gedragsstoornissen in vergelijking met kinderen in elf andere landen, gemeten met dezelfde methodologie. Nederland springt er echter negatief uit met het niveau van aandachtsproblemen, dat boven het gemiddelde van alle kinderen in alle culturen tezamen ligt. Zweden en Duitsland scoren in alle gevallen lager, hetgeen aangeeft dat er ook voor de Nederlandse jeugd nog ruimte is om het niveau van emotionele problemen en gedragsproblemen te verlagen.
Turkse migrantenkinderen en adolescenten in Nederland scoren hoger dan Nederlandse kinderen op zowel internaliseren als externaliseren en hoger dan kinderen in Turkije op externaliseren, alle gemeten met de cbcl. Het verschil tussen migrantenkinderen en Nederlandse kinderen is groter dan het verschil tussen migrantenkinderen en kinderen in Turkije. Uitgesproken zijn de verschillen op het cbcl–syndroom angstig/depressief, waar migrantenkinderen het hoogst scoren. Ondersteuning wordt gevonden voor de gedachte dat toename van de integratie leidt tot reductie van problemen. Psychische stoornissen bij de ouders, veroordelingen en gevangenschap, echtelijke problemen, armoede en overbelasting van de moeders verhogen het risico op emotionele problemen en gedragsproblemen bij migrantenkinderen aanzienlijk.