Samenvatting
Wanneer een patiënt met de klacht eczeem komt, is het zinvol andere huidafwijkingen uit te sluiten. Ook het differentiëren tussen de diverse eczeemvormen is van belang. De eczeemvorm en het stadium waarin het eczeem zich bevindt (acuut, subacuut, chronisch), of zoals bij constitutioneel eczeem de ernst van dit eczeem (mild, matig, ernstig, volgens de TIS-score), bepalen welk behandelplan het best gevolgd kan worden. De diagnostiek van eczeem is klinisch en berust op de voorgeschiedenis van de patiënt, de anamnese, alsmede het beeld en de lokalisatie van het eczeem. Door het combineren van deze gegevens is het meestal mogelijk een diagnose te stellen. Over de voorspellende waarde van de verschillende diagnostische bevindingen is geen onderzoek bekend. Daarbij speelt ook een rol dat de verschillende eczeemsoorten niet altijd scherp van elkaar zijn te onderscheiden.