Gepubliceerd in:
2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk
12. Dissociatieve stoornissen
Samenvatting
Bij dissociatieve stoornissen is er tijdelijk en gedeeltelijk een verstoring in de samenhang van het bewustzijn. Dat kan zijn weerslag hebben op het geheugen en de ervaring van de eigen persoon (zelfgevoel). Dissociatieve amnesie is een vorm van ernstig geheugenverlies voor persoonlijke informatie. Soms wordt deze psychogene geheugenstoornis gesimuleerd om er voordeel mee te behalen (bijvoorbeeld in rechtszaken). Bij de dissociatieve identiteitsstoornis bepalen regelmatig twee, maar vaak veel meer deelpersoonlijkheden of alters het gedrag. Deze stoornis wordt dikwijls verward met schizofrenie en borderline-persoonlijkheidsstoornis. Vrijwel altijd spelen traumatische jeugdervaringen als seksueel en lichamelijk misbruik mee.
Dissociatie zou functioneren als een overlevingsstrategie door pijnlijke ervaringen geheel of gedeeltelijk uit het bewustzijn te verdringen. Daarom werd in het verleden vaak met hypnose gepoogd ‘verdwenen’ herinneringen op te wekken of traumatische ervaringen te herbeleven en verwerken. Het gevaar bestaat echter dat te sterke therapeutische suggesties het geheugen vervormen en de neiging tot dissociëren aanwakkeren. Voor men aan enige vorm van traumatherapie begint, moet de behandeling zich richten op het verminderen van het problematische gedrag in de huidige leefsituatie. Patiënten moeten leren omgaan met spanningen en conflicten zonder te dissociëren. Vaak is een gezond sociaal netwerk daarbij onontbeerlijk.