01-02-2015 | Beschouwing
Diagnostische zelftests: gebruik en betrouwbaarheid
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 2/2015
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Ickenroth MHP, Ronda G, Dinant GJ, Van der Weijden T. Diagnostische zelftests: gebruik en betrouwbaarheid. Huisarts Wet 2015;58(2):74-6.
Tegenwoordig kunnen consumenten zonder tussenkomst van een arts tests op verschillende aandoeningen uitvoeren of aanvragen. Er zijn diagnostische zelftests op lichaamsmateriaal verkrijgbaar voor 24 verschillende ziekten en risicofactoren. Van de Nederlandse volwassenen die in 2011 een online vragenlijst invulden, zei 15% ooit een dergelijke zelftest te hebben gedaan. Zelftests passen in de trend naar meer verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en betere toegang tot gezondheidsinformatie, maar ze hebben ook nadelen, met name vanwege de kans op een fout-positieve of fout-negatieve uitslag. De wetgever stelt geen strenge eisen en wetenschappelijke validatie heeft nog nauwelijks plaatsgevonden, zodat van de meeste tests onduidelijk is hoe betrouwbaar ze zijn.
Zelftesters geven aan dat ze het prettig vinden dat ze zelf verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun gezondheid. Een negatieve uitslag geeft geruststelling, een afwijkend resultaat levert een valide reden om naar de dokter te gaan. Een geïnformeerde keuze voor al dan niet zelftesten kan worden gefaciliteerd met een (online) keuzehulp, maar het effect is niet groot, vooral als de uitleg ingewikkelder wordt. Het is belangrijk dat de kwaliteit van zelftests beter wordt gecontroleerd en dat consumenten toegang houden tot onafhankelijke informatie.