Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. Diagnostiek

Auteur : Prof. dr. P.W. de Leeuw

Gepubliceerd in: Het hypertensie Formularium

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Zusammenfassung

Hoewel de beste methode om de hoogte van de bloeddruk vast te stellen de directe (intra-arteriële) meting is, is deze voor de dagelijkse praktijk onbruikbaar. Tijdens het spreekuur maakt men dan ook gebruik van de indirecte meting met meestal een veermanometer of aneroïde manometer. Bij de indirecte methode wordt nagegaan hoeveel tegendruk in een manchet nodig is om de arteriële pulsaties perifeer van de manchet te laten verdwijnen. Bij auscultatie worden, zodra de tegendruk daalt tot beneden de systolische druk, de zogenoemde Korotkoff-tonen hoorbaar die in fasen zijn ingedeeld. De belangrijkste zijn:
  • fase 1: het begin van vaattonen;
  • fase 4: het dof worden van de tonen (muffling);
  • fase 5: het verdwijnen van de vaattonen.
Metagegevens
Titel
Diagnostiek
Auteur
Prof. dr. P.W. de Leeuw
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9742-6_4