Inleiding
Hoewel de anamnese en het lichamelijk onderzoek onontbeerlijk zijn in de cardiale diagnostiek, is er bij bijna elke patiënt aanvullend onderzoek nodig. Bij een patiënt met de verdenking op angina pectoris bijvoorbeeld is de anamnese essentieel; ten eerste met betrekking tot de symptomen en ten tweede voor een risico-inschatting op coronairlijden. Indien de verdenking bestaat op coronairlijden wordt in de cardiologische praktijk bijna altijd aanvullend ischemie-onderzoek uitgevoerd. Wat het lichamelijk onderzoek betreft, is een compleet normale auscultatie van het hart bijvoorbeeld geruststellend, maar het is moeilijk om auscultatoir de exacte oorzaak en ernst van het onderliggende hartlijden vast te stellen. Ook is er geen onderlinge consensus over.