Skip to main content
Top

2015 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2. Diagnose

Auteur : R. van Deth

Gepubliceerd in: Psychiatrie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Beschrijvende diagnostiek is het vaststellen en onderscheiden van stoornissen zonder een uitspraak te doen over de verklaring ervan. De betrouwbaarheid ervan hangt af van de gehanteerde classificatie en de gebruikte diagnostische methode. Het Amerikaans classificatiesysteem DSM-5 ordent de psychische stoornissen op basis van een ontwikkelingsperspectief: naarmate een stoornis vroeger in de levensloop kan optreden, staat deze meer vooraan, zowel bij de indeling van de hoofdgroepen als bij de ordening binnen elke hoofdgroep. Verder wil de DSM-5 ook een leidraad zijn voor de therapie.
Om voor elke patiënt een diagnose volgens DSM-5 te stellen, gaat men bij voorkeur systematisch te werk met behulp van het diagnostisch interview. Hierin worden allereerst gegevens over het leven van de patiënt verzameld (anamnese). Daarnaast is de interviewer gespitst op een beoordeling van de psychische toestand van de patiënt. Om deze informatie volledig te maken, is vaak een lichamelijk onderzoek (o. a. hersenonderzoek) noodzakelijk en kan ook gebruik worden gemaakt van psychodiagnostische tests.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Metagegevens
Titel
Diagnose
Auteur
R. van Deth
Copyright
2015
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0907-8_2

Gerelateerde informatie

02-08-2015 | E-learning

Psychiatrie 2 Diagnose