Inleiding
Insuline heeft een halfwaardetijd van 5 minuten. Variaties in werkingsduur van exogeen toegediend insuline worden verklaard door farmaceutische manipulaties die de resorptiesnelheid veranderen. Insulinemoleculen vormen in de subcutis eerst complexen van 6 stuks, daarna van 2 stuks, waarna de individuele moleculen vrijkomen voor resorptie. Door de ‘kleverigheid’ te beïnvloeden kan dit proces worden versneld of verlangzaamd. Verlangzaming verkrijgt men door protamine toe te voegen, versnelling door het insulinemolecuul zodanig te wijzigen dat de tertiaire eiwitstructuur wordt veranderd terwijl de werking hetzelfde blijft (dit is bijvoorbeeld gebeurd met insuline lispro, waarbij de aminozuren lisine en proline van plaats zijn verwisseld; andere voorbeelden zijn insuline aspart en glargine).