Skip to main content
Top

2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk

40. De zorg voor patiënten met kanker in de huisartspraktijk

Auteurs : Dr. M. E. T. C. van den Muijsenbergh, B. S. Wanrooij

Gepubliceerd in: Oncologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

‘Kan het kwaadaardig zijn.?’ Dat vraagt zowel patiënt als huisarts zich regelmatig af wanneer een patiënt zich met klachten op het spreekuur presenteert. Veel symptomen kunnen bij een vorm van kanker passen en de steeds beter geïnformeerde patiënt weet dat net zo goed als de dokter. Bij de zogeheten alarmsymptomen zoals bloed ophoesten, zwarte ontlasting of langdurige hoest, is de relatie met een mogelijk ernstige ziekte snel gelegd. Maar ook vage klachten zoals moeheid, hoofdpijn, rugpijn en spierpijn kunnen de aankondiging zijn van een kwaadaardige ziekte. Om uit alle patiënten met veelvoorkomende en soms vage klachten diegenen te selecteren die voor verder onderzoek in aanmerking komen, is niet altijd eenvoudig maar wordt vergemakkelijkt door de typische kenmerken van de huisartsgeneeskundige zorg: bekendheid met de patiënt en diens klachtenpresentatie en de brede kennis van ziekten. De huisarts heeft een taak in elke fase van het ziekteproces; van preventie tot en met het overlijden ten gevolge van kanker. Op elk moment vraagt dit van hem andere deskundigheden: van een goede administratie voor preventieve activiteiten tot een warme hand bij een stervende patiënt. De afgelopen jaren is de huisartsenzorg aan patiënten met kanker veranderd. Omdat er meer bekend is over erfelijkheid, vroege opsporing en preventie, vraagt de huisarts vaker preventieve onderzoeken aan. Kanker krijgt steeds meer het karakter van een chronische ziekte. De diagnose wordt eerder gesteld en de behandelingen zijn vaker succesvol in het verlengen van het leven. Hierdoor is de behandelfase langer, de overgang van curatieve naar palliatieve fase minder duidelijk en hebben de patiënt en medisch specialist vaker contact dan vroeger. De contacten tussen huisarts en patiënt zijn daardoor minder vanzelfsprekend, terwijl patiënten wel betrokkenheid van hun huisarts in al deze fasen verwachten en van belang vinden.
Literatuur
go back to reference Eizenga WH, Bont M de, Vriezen JA, Jobse AP, Kruyt JE, Lampe IH, Leydens-Arendse CA, Meggelen ML van, Muijsenbergh METC van den. Landelijke Eerstelijns Samenwerking Afspraak Palliatieve Zorg. Huisarts Wet 2006;49:308–12 en Tijdschrift LVW 2006;61:18–23. Eizenga WH, Bont M de, Vriezen JA, Jobse AP, Kruyt JE, Lampe IH, Leydens-Arendse CA, Meggelen ML van, Muijsenbergh METC van den. Landelijke Eerstelijns Samenwerking Afspraak Palliatieve Zorg. Huisarts Wet 2006;49:308–12 en Tijdschrift LVW 2006;61:18–23.
go back to reference Francke AL, Willems DL. Palliatieve zorg vandaag en morgen. Maarssen: Elsevier, 2000. Francke AL, Willems DL. Palliatieve zorg vandaag en morgen. Maarssen: Elsevier, 2000.
go back to reference Gezondheidsraad. Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Den Haag: Gezondheidsraad, 2002. Gezondheidsraad. Het nut van bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Den Haag: Gezondheidsraad, 2002.
go back to reference Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, Lagro-Janssen ALM, Schers HJ. Ziekten in de huisartspraktijk. 5e druk. Utrecht: Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge, 2008. Lisdonk EH van de, Bosch WJHM van den, Lagro-Janssen ALM, Schers HJ. Ziekten in de huisartspraktijk. 5e druk. Utrecht: Wetenschappelijke Uitgeverij Bunge, 2008.
go back to reference Muijsenbergh METC van den. Palliatieve zorg: de persoonlijke specialiteit van elke huisarts. Huisarts en Wetenschap 2003;46:80–6. Muijsenbergh METC van den. Palliatieve zorg: de persoonlijke specialiteit van elke huisarts. Huisarts en Wetenschap 2003;46:80–6.
go back to reference Thoonsen B, Groot M. Consultatie bij palliatieve zorg. Huisarts Wet 2008; 51:319.CrossRef Thoonsen B, Groot M. Consultatie bij palliatieve zorg. Huisarts Wet 2008; 51:319.CrossRef
go back to reference Koelewijn M, Wanrooij B. Basisprincipes van palliatieve zorg. Huisarts Wet 2005; 48: 81–4CrossRef Koelewijn M, Wanrooij B. Basisprincipes van palliatieve zorg. Huisarts Wet 2005; 48: 81–4CrossRef
go back to reference Vincent J, Muijsenbergh METC van den, Lagro-Jansen ALM. Andere tijden, andere zorg? Man-vrouwverschillen in de plaats van overlijden. Huisarts Wet 2007;50:86–90.CrossRef Vincent J, Muijsenbergh METC van den, Lagro-Jansen ALM. Andere tijden, andere zorg? Man-vrouwverschillen in de plaats van overlijden. Huisarts Wet 2007;50:86–90.CrossRef
go back to reference Wanrooij BS, Koelewijn M. Palliatieve zorg. De dagelijkse praktijk van huisarts en verpleeghuisarts. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2007. Wanrooij BS, Koelewijn M. Palliatieve zorg. De dagelijkse praktijk van huisarts en verpleeghuisarts. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2007.
Metagegevens
Titel
De zorg voor patiënten met kanker in de huisartspraktijk
Auteurs
Dr. M. E. T. C. van den Muijsenbergh
B. S. Wanrooij
Copyright
2011
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8476-1_40