Skip to main content
Top

2014 | OriginalPaper | Hoofdstuk

10. De voet-onderbeenregio

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

In dit hoofdstuk wordt het functioneren van de voet, enkel en het onderbeen belicht. Het belang van dit vaak onderschatte, gewichtdragende menselijke fundament wordt toegelicht in relatie tot het ‘tensegrity’-model. Achtereenvolgens worden het talocrurale systeem, de tibiofibulaire syndesmose, het subtalaire systeem en de voetgewelven besproken. De art. tarsi transversa (gewrichtslijn van Chopart), art. talocalcaneonavicularis, art. calcaneocuboidea, art. cuneonavicularis, art. cuboideocuneonavicularis en de artt. tarsometatarsales krijgen specifieke aandacht. Aandacht voor de waarde van een goed functionerende voet voor onze houding en beweging en de podoposturale therapie mogen hierbij niet ontbreken,
Belangrijke aandoeningen die ter sprake komen zijn jicht, hallux valgus, hallux rigidus, achillespeestendinopathie, arthrosis deformans, logesyndroom, shin splints en trombose. Er is aandacht voor rode vlaggen en de Ottawa Ankle rules. Het hoofdstuk eindigt met een handige ‘patronenmatrix’ en bevat maar liefst 44 onderzoek- en behandeltechnieken die ook op video worden gedemonstreerd. De HVT-manipulatie van het subtalaire gewricht springt daarbij in het oog als oplossing voor veel ‘medisch onbegrepen’ hiel-, achillespees- en kuitpijn.
Voetnoten
1
Van Ingen Schenau is de uitvinder van de klapschaats. De klapschaats is een uitbreiding van ons eigen lichaam (het bio-tensegrity-model), waarmee tijdens de zijwaartse afzet snelheidswinst wordt geboekt zonder energieverlies (in vergelijking met vaste ijzers onder de schaatsen).
 
2
Bij de uitgave van dit boek in 2014 was de KNGF-Richtlijn Enkelletsel 2006 de meest recente versie (www.​kngfrichtlijnen.​nl).
 
3
Slechts 1 op de 4 patiënten met dergelijke klachten blijkt na onderzoek ook daadwerkelijk een trombose te hebben (bron: Trombosestichting).
 
4
Soavi et al. (2000) vermelden tijdens dorsaalflexie/plantairflexie van de art. talocruralis een tegenovergestelde beweging in anterieure/posterieure richting van het caput fibulae in vergelijking tot de malleolus fibulae.
 
5
Sutro en Sutro (1982) beschrijven dat er een nauwe relatie bestaat tussen de bewegingen van de botstukken van de enkel en het proximale tibiofibulaire gewricht.
 
6
De laterale malleolus is in anterieure/posterieure richting concaaf en in proximodistale richting convex.
 
Metagegevens
Titel
De voet-onderbeenregio
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2014
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0592-6_10