TODO: Skip to main content
Top

2025 | OriginalPaper | Hoofdstuk

13. De voet-onderbeenregio

Auteurs : D.L. Egmond, R. Schuitemaker

Gepubliceerd in: Extremiteiten en wervelkolom

Uitgeverij: BSL Media & Learning

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De regio van de voet, de enkel en het onderbeen bestaat uit vier functionele eenheden: het talocrurale systeem, het subtalaire systeem, de voetgewelven en de tenen. Gestoorde functie in de betrokken gewrichten heeft invloed op houding en beweging. Met HVT-manipulaties van deze regio kunnen goede voorwaarden worden geschapen om de vaak aspecifieke pijn van de onderbeenregio aan te pakken. Bij de overige herstelbelemmerende factoren komen het mediaal tibiaal stresssyndroom (MTSS), compartimentsyndromen (CCS) en stressfracturen van tibia en fibula aan bod. Maar ook atraumatische myogene kuitklachten, inklemming van perifere zenuwen en entrapment van de a. poplitea (PAES) horen thuis in de nieuwe FMS-richtlijn ‘Inspanningsgebonden pijnsyndromen van het onderbeen’. Verder worden de rode vlaggen toegelicht met aandoeningen als trombose en onderbeen-enkelfracturen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een handige patronenmatrix, huiswerkoefeningen voor de onderbeen-voetregio en de uitgebreide beschrijving van 54 technieken, aangevuld met foto’s, demonstratievideo’s en praktische opmerkingen voor de praktijk.
Bijlagen
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Woordenlijst
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Voetnoten
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
De voet-onderbeenregio
Auteurs
D.L. Egmond
R. Schuitemaker
Copyright
2025
Uitgeverij
BSL Media & Learning
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-3088-1_13