Samenvatting
In de stap Willen staat centraal hoe de patiënt het probleem beleeft. De patiënt ontwikkelt de intentie om zijn probleem aan te pakken en een oplossing te kiezen die hij het beste vindt. Daarbij bepalen attitude, sociale invloed en eigen effectiviteit samen de uitkomst. Bij de attitude gaat het over denkbeelden en afweging van voor- en nadelen van het (gezondheids) gedrag. Bij de sociale invloed gaat het om steun of druk uit de omgeving. Eigen effectiviteit is het vertrouwen in eigen kunnen. De zorgverlener bespreekt met de patiënt hoe deze tegen zijn probleem en oplossingen aankijkt, nodigt uit tot een andere kijk en helpt oplossingen af te wegen. De zorgverlener overlegt over steun uit de omgeving, bespreekt attributies van slagen en falen en het opdoen van succeservaringen. De zorgverlener benoemt de overwegingen en keuzes en vraagt de patiënt hoeveel vertrouwen hij heeft de gekozen oplossing te gaan uitvoeren. Daarbij kan de zorgverlener motiverende gespreksvoering inzetten.