Samenvatting
Wanneer de bereidheid aanwezig is en de vaardigheden aanwezig zijn, komt de stap Doen aan de orde. De patiënt gaat in het dagelijks leven toepassen wat hij zich heeft voorgenomen. Hij past daarbij de geleerde vaardigheden toe. De stap Doen heeft betrekking op de korte termijn. Factoren die daarbij een rol spelen zijn concrete afspraken, maatwerk, duidelijke doelen, feedback en (oplossen van) problemen. De zorgverlener analyseert deze factoren wanneer hij met de patiënt evalueert hoe het is gegaan sinds de vorige keer en wanneer hij afspraken maakt. Interventies zijn daarop gericht: doelen stellen voor de korte termijn, afspraken op maat maken, expliciet navragen wat wel en niet is gelukt, positieve feedback geven en gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor problemen die de patiënt heeft ondervonden. Zo nodig besteedt de zorgverlener aandacht aan de voorgaande stappen.