Abstract
De heer Oudgeest, zojuist 50 jaar geworden, klaagt over al maanden bestaande schouderpijn rechts. De klachten zijn zonder duidelijk trauma geleidelijk begonnen. De pijn treedt vooral bij beweging op, maar zeurt ook in rust door. Soms wordt hij wakker van de pijn als hij onverhoeds op de aangedane schouder gaat liggen. Hij heeft geen bewegingsbeperkingen, krachtsverlies of tintelingen opgemerkt. Zijn werk als wiskundeleraar kan hij gewoon doen, maar met klussen heeft hij veel hinder. Bij onderzoek is er een duidelijk contourverschil: ter plaatse van het rechter acromioclaviculaire gewricht is een forse zwelling zichtbaar. Palpatie van het acromioclaviculaire gewricht is pijnlijk. Er is hypertonie van de pars descendens van de m.trapezius en drukgevoeligheid van de m.levator scapulae. Vanaf 120° is zijwaarts heffen (abductie) pijnlijk. De eindstanden van de glenohumerale bewegingen zijn pijnlijk. De horizontale adductietest laat een beperking zien ten opzichte van de andere zijde en is pijnlijk.