Samenvatting
Patiënten met pulmonale comorbiditeiten die een ingreep onder algehele anesthesie ondergaan, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van postoperatieve pulmonale complicaties. Dit is een verzamelterm voor verschillende pulmonale en respiratoire complicaties die zich na een operatie kunnen voordoen. Daarbij komen vooral hypoxie en hypercapnie ten gevolge van hypnotica, atelectase en sputumstase frequent voor. Het risico op deze complicaties wordt onder andere bepaald door de ernst en aard van het onderliggende longlijden, de aard van de chirurgische ingreep en algemene patiëntgebonden factoren. Postoperatief kunnen patiënten met een verhoogd risico worden gemonitord op een bewaakte (PACU)plek, alwaar tevens behandeling met (hoge flow-)zuurstoftherapie of (non-)invasieve beademing kan plaatsvinden. Algemene postoperatieve aandachtspunten omvatten onder andere het vermijden van overmatige (rest)sedatie, optimaliseren van pijnstilling en fysiotherapie.