Samenvatting
Psyche en lichaam zijn onlosmakelijk verbonden. Een zuiver organische ziekte kan verergeren door stress en omgekeerd heeft een ziekte altijd ook emotionele en cognitieve gevolgen. In de evolutie zijn emoties niet voor niets ontstaan: schrik en angst induceren gedrag dat de overlevingskans vergroot. Stress betekent dat het individu onder druk staat en dus moet presteren. Dat lukt in onze wereld niet altijd, omdat fysieke en psychische stress ontkoppeld zijn geraakt en omdat de loop der dingen vaak niet begrepen en beïnvloed kan worden (oorlog, machteloos in de file staan). Ons zenuwstelsel bevat een emotionele as (formatio reticularis, hypothalamus, limbisch systeem en amygdala) van waaruit alle lichaamsfuncties in overeenstemming kunnen worden gebracht met de actuele gemoedstoestand en biologische behoeften. Vele psychosomatische wegen kunnen in gang gezet worden: neuro-endocrien (menstruele cyclus), neuro-immunologisch (weerstand tegen infecties), sympathisch (hartversnelling), parasympathisch (flauwvallen) en somatisch (spierspanning, hyperventilatie). Psychosomatische reactieprofielen zijn individueel uniek, deels genetisch bepaald, deels aangeleerd. Bij blootstelling aan stressoren, bijvoorbeeld oorlog en calamiteiten, treden psychosomatische reacties op die voor een groot deel goed te begrijpen zijn en niets met psychiatrische stoornissen te maken hebben.