Skip to main content
Top

2013 | hbo | Boek

De organisatie als hulpmiddel

Auteur: Klaas Schermer

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

De organisatie als hulpmiddel biedt studenten een helder beeld van de structuur en werkwijze van organisaties, met nadruk op non-profitinstellingen. Het boek is een nuttig hulpmiddel gebleken voor hbo-studenten die op stage gaan of hun eerste baan beginnen in de zorg- of welzijnssector.

Een greep uit de behandelde onderwerpen:
- doelgerichte sociale systemen
- nuttige organisatiestructuren
- organisatiecultuur
- interculturele communicatie
- samenwerking en conflicten
- macht en besluitvorming
- de managementmythe
- personeelsbeleid
- financiën

Terwijl de overgrote meerderheid van boeken over organisatieleer alleen productiebedrijven beschrijft, laat dit boek zien wat specifieke kenmerken zijn van organisaties gericht op dienstverlening. Bovendien verbindt het boek theorie en praktijk via casussen en praktijkopdrachten; geciteerde krantenartikelen laten zien dat theorie en praktijk soms hevig botsen; figuren en foto's geven op hun eigen wijze een kijk op de werkelijkheid.

Deze vijfde druk is geheel herzien, hierdoor is het geheel evenwichtiger geworden. Op de website bij dit boek staan onder andere samenvattingen, opdrachten en toetsen.

De organisatie als hulpmiddel is geschreven als leerboek én naslagwerk voor voltijd-, deeltijd- en duale studenten in het hbo-domein: 'Social Studies'. Het kan gebruikt worden tijdens de 'majorfase' maar ook als onderdeel van een aparte 'minor'. Ook is het geschikt voor gebruik binnen het domein 'Nursing' en 'Health'.

De organisatie als hulpmiddel werd door het Centrum voor Leermiddelenstudie van de Universiteit van Utrecht in een onderzoek naar de kwaliteit van 35 hbo-leerboeken, als extreem goed gekwalificeerd.

Inhoudsopgave

Voorwerk
Hoofdstuk 1. Organisaties en soorten instellingen
Inleiding
Het woord organisatie is afgeleid van het Griekse organon, dat werktuig of hulpmiddel betekent. Een organisatie is dus een hulpmiddel om iets te bereiken. Ook als je in je eentje iets wilt bereiken, moet je je werkzaamheden goed organiseren. Dit betekent dat je je taken moet plannen, dus nagaan wat je wanneer en hoe moet doen om je doel te bereiken. Meestal bedoelen we met organisatie echter een gezamenlijke poging een doel te bereiken. Samen kun je meer dan alleen: je kunt fysieke kracht en denkkracht bundelen, en taken verdelen. Een organisatie is dus een doelgericht samenwerkingsverband (figuur 1.1).
Klaas Schermer
Hoofdstuk 2. De instelling als sociaal systeem
Inleiding
Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen mensen en middelen dat eropuit is een vooraf gesteld doel te bereiken. Die mensen zijn als het ware de werkzame onderdelen van een apparaat, dat met een bepaald doel is samengesteld. Net als bij een apparaat of een machine werken deze onderdelen op elkaar in en zorgen er zo voor dat het apparaat het doet, of dat nu een klok is, een molen, een auto, een leger, of een instelling voor maatschappelijk werk. Al in 1950 beschreef Norbert Wiener dergelijke systemen.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 3. De doelen van instellingen
Inleiding
Een doel is iets wat je nastreeft, zoals een stageplaats verwerven, een goede stage doen, je studie succesvol afronden of een wereldreis maken. Een organisatie of instelling streeft ook een doel na, zoals klanten helpen of het milieu beschermen.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 4. Organisatiestructuren
Inleiding
Denk aan de structuur van een atoom, waarin de elektronen in vaste banen om een kern cirkelen, of aan de structuur van het menselijk lichaam, met de plaats en functie van botten, spieren en organen. In een organisatie hebben we ook te maken met de plaats en functie van onderdelen. In iedere specifieke organisatie kan dat op een eigen manier zijn ingevuld, maar er zijn wel gemeenschappelijke structuurkenmerken in elke organisatie. Het gaat immers altijd om het samenwerken van mensen om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 5. Personeel
Inleiding
Onder personeel verstaan we het geheel van de mensen die aan de organisatie zijn verbonden om het werk te doen. De organisatie is de werkgever, het personeel bestaat uit de werknemers. De werkgever betaalt de werknemers om aangewezen werkzaamheden te verrichten. Het personeel verzorgt de transformatie van input tot output van de organisatie. In de dienstverlenende sector doen zij dat in directe samenwerking met de klant.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 6. De rechtspositie van personeel
Inleiding
Als lid van een arbeidsorganisatie heb je rechten en plichten. Er worden tal van soorten arbeidscontracten gehanteerd om dat te regelen. Het gaat om vast of tijdelijk werk, om een volle baan of parttime werk, om werktijden en om salaris. Sommige geven meer vastigheid en zekerheden dan andere.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 7. Communicatie in de organisatie
Inleiding
De inhoud van informatie wordt de boodschap genoemd. De zender van informatie wil een boodschap overbrengen. Dit gebeurt door signalen, zoals geluid, beeld, schrift, gebaren en dergelijke. Degene die de informatie ontvangt, dient dit te interpreteren om te bepalen wat de betekenis is van de boodschap.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 8. Organisatiecultuur
Inleiding
De cultuur van een sociaal systeem, of dat nu een land, een organisatie of een gezin is, bestaat uit opvattingen en uitingen. Tot de opvattingen behoren regels, normen en waarden. Die zitten in de hoofden van mensen. De uitingen zijn ten dele van materiële aard: door mensen gemaakte voorwerpen, zoals kleding, gereedschap, gebouwen en kunst. Andere uitingen zijn van immateriële aard: taal en communicatie, gedragingen, gewoonten, handelwijzen en methoden.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 9. Macht en besluitvorming
Inleiding
Managers en coördinatoren hebben invloed op de gang van zaken binnen een organisatie. Het personeel heeft ook invloed. We onderscheiden macht, invloed en gezag.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 10. Management
Inleiding
Tot de taken van het management behoort: doelen bepalen, middelen verschaffen, handelingen plannen en coördineren, en personeel aansturen. In belangrijke mate reageert het management op signalen van binnen en van buiten de organisatie: zijn we op de goede weg? Moet er worden bijgestuurd? Het management verwerkt dus feedbackinformatie tot beslissingen om actie te ondernemen.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 11. Beleid
Inleiding
Organisaties blijven niet vanzelf bestaan. De omgeving is aan verandering onderhevig. Om zich te handhaven dient een organisatie zich voortdurend aan te passen aan die veranderende omgevingswereld: de wensen van de klanten en van de overheid, en andere maatschappelijke krachten. Ook moet ze erop letten dat andere organisaties niet proberen haar taken over te nemen. Dit alles vereist reageren op de externe omgeving.
Klaas Schermer
Hoofdstuk 12. De financiën van een instelling
Inleiding
Hoewel weinig medewerkers een rol zullen spelen in de or van hun instelling en zich geen oordeel hoeven te vormen over de begroting, krijgt iedereen te maken met de financiële situatie van de instelling. Is er genoeg geld voor alle oude en nieuwe taken? Gaat er bezuinigd worden, en wat betekent dat dan voor je baan?
Klaas Schermer
Hoofdstuk 13. Organisatietheorieën
Inleiding
Het wetenschappelijk kijken naar organisaties gebeurt vanuit verschillende disciplines.Wat je ziet hangt af van de invalshoek en van de gebruikte waarnemingsinstrumenten(begrippen). Sociologen letten op de menselijke relaties en interacties, politicologen op de machtsverhoudingen, psychologen op motivatie en gedrag, technici op arbeidsprocessen en economen op productiviteit. Voorts kun je letten op deelverschijnselen,zoals de menselijke interactie en communicatie binnen organisaties,op de structuren en ontwikkeling van de organisatie als geheel, en op de plaats en functie van de organisatie binnen het geheel van maatschappelijke krachten.
Klaas Schermer
Nawerk
Meer informatie
Titel
De organisatie als hulpmiddel
Auteur
Klaas Schermer
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-0362-5
Print ISBN
978-90-368-0361-8
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-0362-5