De kwetsbare onderzoeker

Extract

Van 4 tot 6 december 2014 vond in het Zweedse Lund een internationaal congres plaats met als titel ‘Human Rights and Memory’. Ik nam er deel aan een symposium over ‘Child Abuse – an Issue for Historical Justice’. Op dit symposium werd een boek over het thema voorgesteld dat in 2015 zal verschijnen onder redactie van Sköld en Swain, twee historici, respectievelijk uit Zweden en Australië, die in hun land van herkomst onderzoek verrichten over kindermishandeling in tehuizen en pleeggezinnen. Het laatste hoofdstuk van het boek is misschien wel het meest opmerkelijke. Het is van co-editor Shurlee Swain en gaat over de emotionele impact die het doen van historisch onderzoek over mishandeling van kinderen die uit huis werden geplaatst kan hebben op onderzoekers. Deze impact ondervond Swain in haar eigen team. Haar medewerkers werden overspoeld door nare verhalen en de langdurige confrontatie ermee – bijvoorbeeld in studies van archieven – eiste zijn tol. De auteur ging op zoek naar wat over het thema bekend is en stelde vast dat het in de geschiedwetenschap nagenoeg niet wordt beschreven. Ze kwam terecht bij de sociale wetenschappen waar fenomenen als ‘vicarious traumatization’ of ‘secondary traumatization’ bekend zijn, vooral bij therapeuten of andere professionals die langdurig en intens contact hebben met slachtoffers van interpersoonlijk geweld. Swain vond evenmin beschreven hoe een onderzoeker met de emotionele impact kan omgaan. Zij en haar team dienden hun eigen weg te zoeken en oplossingen te bedenken voor de problemen die zich voordeden. Daar slaagden ze met gebruik van gezond verstand na verloop van tijd in. Het delen van ervaringen en peer support bleken goed te werken. Enige kennis vooraf over dat die impact er zou kunnen zijn en wat men in dat geval kan doen, was nuttig geweest, besluit de auteur. …