Combinatie van hands-on en online revalidatie kan de behandeling intensiveren en kan bovendien kostenbesparend werken, stelt Stephanie Jansen-Kosterink. Wel valt in de acceptatie nog terrein te winnen, zowel bij de patiënt als bij de fysiotherapeut.
Veel fysiotherapeuten staan nog sceptisch tegenover online revalidatie, stelt Stephanie Jansen-Kosterink, onderzoeker bij Roessingh Research and Development. Zij promoveerde eind 2014 op onderzoek naar de ontwikkeling op dit gebied. ‘Je ziet wel dat er praktijken zijn die het uitproberen’, zegt ze, ‘maar het is nog bepaald geen gemeengoed. De voordelen die je ermee kunt bereiken, hangen af van de technologie die je inzet en van het doel dat je ermee wilt bereiken. Je kunt er – als je het goed inzet – de intensiteit, kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg mee vergroten en de kosten van zorg mee verlagen. Mensen in een thuissituatie behandelen met gebruikmaking van online ondersteuning betekent dat je de behandeling kunt loskoppelen van de therapeut of de behandelruimte. De patiënt kan er op ieder willekeurig zelfgekozen moment mee aan de slag. Naar de vraag welke invloed dit heeft op diens compliance heeft nog weinig onderzoek plaatsgevonden, maar we weten wel al dat die compliance door gaming of monitoring te sturen valt. Je moet het voor mensen zo laagdrempelig mogelijk maken. Dan komt het ook de kwaliteit ten goede. En die kun je nog verder verhogen door bijvoorbeeld met sensoren te werken. Die zorgen ervoor dat je objectieve data krijgt en die zeggen meer dan de subjectieve bevindingen van de patiënt zelf.’
‘Als je telemedicine wilt laten slagen, moet je het integreren in het totale zorgproces en dus inzetten als gedeeltelijke vervanging van de reguliere zorg’
Er is één maar, stelt Jansen: ‘Als je telemedicine wilt laten slagen, moet je het integreren in het totale zorgproces en dus inzetten als gedeeltelijke vervanging van de reguliere zorg. Dat is een grote stap, maar ik kan het zorgverzekeraars niet kwalijk nemen als ze die eis stellen aan behandelaars die online tools willen inzetten als onderdeel van het behandelproces.’
Zijn er ook nadelen? ‘De technologie die je gebruikt moet goed werken en moet dus voldoende doorontwikkeld zijn’, zegt Jansen. ‘De laatste jaren zien we gelukkig meer co-design tussen technische ontwikkelaars en eindgebruikers. Dat helpt om scherp te krijgen welke doelen je ermee wilt bereiken. Verder moet goed worden nagedacht over de patiënten bij wie je het wel en niet kunt inzetten. Ik merk dat patiënten met een sterke intrinsieke motivatie om hun gedrag te veranderen beter uit de voeten kunnen met online hulpmiddelen dan patiënten die heel sterk gemotiveerd moeten worden door de fysiotherapeut.’
De rol van de fysiotherapeut verandert door de inzet van online revalidatie. ‘In het begin van de behandeling is de fysiotherapeut gewoon degene die het behandelprogramma voor de patiënt samenstelt en de patiënt begeleidt in de uitvoering daarvan’, vertelt Jansen. ‘Maar in het vervolgtraject wordt de fysiotherapeut meer coachend en komt hij dus meer op afstand te staan. Niet alle fysiotherapeuten staan hier al voor open, al merk ik in gesprekken dat dit voor een belangrijk deel te maken heeft met de nog bestaande onwetendheid over telemedicine. Maar ook de onduidelijkheid over de vergoeding speelt nog een rol.’
Ga voor meer informatie over het proefschrift van Stephanie Jansen-Kosterink naar The added value of telemedicine services for physical rehabilitation.
Tip
Efficiënt bouwen aan uw vakkennis met BSL Fysiotherapeut Totaal.
Meer artikelen over Algemeen.
Auteur(s): Frank van Wijck | Beeld: Fotolia