Samenvatting
In dit hoofdstuk bekijken we de organisatie als sociaal systeem, als een soort levende machine die zichzelf in wisselwerking met de omgeving in stand houdt. Dit systeem neemt daartoe middelen op uit de omgeving (inputs) en zet die om (throughput) in acties (output). Controle op de bereikte resultaten gebeurt via informatie uit de omgeving (feedback). Inputs zijn geld, personeel, huisvesting, hulpmiddelen en informatie uit de omgeving. De omzetting van inputs in actie gebeurt door taakverdeling, samenwerking en coördinatie, en de output is verandering in de omgeving, bij dienstverlening verandering bij de cliënt, in het algemeen: bevorderen van welzijn. Hiertoe is samenwerking met collega-instellingen en concurrenten gebruikelijk. Organisaties maken ontwikkelingen door, vergelijkbaar met een levenscyclus, vanaf ontstaan via groei naar volle wasdom en eventuele neergang. Elke fase kent zijn eigen karakter, problemen en oplossingen. Dit hoofdstuk leert je de werking van een organisatie te begrijpen als een complex sociaal systeem.