Abstract
Dit hoofdstuk bevat een nadere uitwerking van het in hoofdstuk 3 gehouden pleidooi om bij de anamnese aandacht te besteden aan de opvattingen, belevingen en verwachtingen van de patiënt met betrekking tot zijn klachten.
Uit bevolkingsonderzoeken en de studie van de zogenaamde ‘premedische’ fase blijkt dat opvattingen en belevingen van de patiënt omtrent zijn klachten, deel uitmaken van het motief om naar de dokter te gaan en tevens verwijzen naar het
doel dat men met dit bezoek wil bereiken. Dat doel kan als
hulpvraag bestempeld worden. Het begrip ‘hulpvraag’ heeft inmiddels al een vaste plaats gekregen in het artikel ‘Methodisch werken’ (
Van Aalderen,
1976). In dit hoofdstuk zal duidelijk worden hoezeer dit reeds gangbaar geworden begrip aansluit op de uiteenzettingen in voorgaande hoofdstukken. Het bespreken van de hulpvraag van de patiënt draagt bij aan de verheldering van het samenwerkings-’contract’ tussen arts en patiënt en kan als uitgangspunt dienen om tot een evenwichtige verantwoordelijkheidsverdeling te komen.