Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 3/2018

19-02-2018 | Beschouwing

De huisarts, atriumfibrilleren en falende beslisregels

Auteurs: Sander van Doorn, Geert-Jan Geersing

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 3/2018

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Atriumfibrilleren, de meest voorkomende hartritmestoornis, is een belangrijke risicofactor voor een ischemisch cerebrovasculair accident (CVA). Voor huisartsen is dit een uitdaging. De richtlijnen adviseren antistolling als het CVA-risico hoog is, maar hoe hoog precies is eigenlijk niet bekend. De meest gebruikte beslisregel, CHA2DS2-VASc, werkt in de huisartsenpraktijk anders uit dan in ziekenhuizen en de onzekerheid is sowieso groot. Voor veilige en doeltreffende profylaxe moet het risico op een CVA worden afgewogen tegen de risico’s van anticoagulantia zoals vitamine K-antagonisten en direct orale antistollingsmiddelen (DOAC’s). Bij het voorschrijven van DOAC’s aan kwetsbare ouderen is voorzichtigheid geboden.
Literatuur
1.
go back to reference Go AS, Hylek EM, Phillips KA, Chang Y, Henault LE, Selby JV, et al. Prevalence of diagnosed atrial fibrillation in adults: national implications for rhythm management and stroke prevention: the AnTicoagulation and Risk Factors in Atrial Fibrillation (ATRIA) Study. JAMA 2001;285:2370-5. Go AS, Hylek EM, Phillips KA, Chang Y, Henault LE, Selby JV, et al. Prevalence of diagnosed atrial fibrillation in adults: national implications for rhythm management and stroke prevention: the AnTicoagulation and Risk Factors in Atrial Fibrillation (ATRIA) Study. JAMA 2001;285:2370-5.
2.
go back to reference Heeringa J, van der Kuip DA, Hofman A, Kors JA, van Herpen G, Stricker BH, et al. Prevalence, incidence and lifetime risk of atrial fibrillation: the Rotterdam study. Eur Heart J 2006;27:949-53. Heeringa J, van der Kuip DA, Hofman A, Kors JA, van Herpen G, Stricker BH, et al. Prevalence, incidence and lifetime risk of atrial fibrillation: the Rotterdam study. Eur Heart J 2006;27:949-53.
3.
go back to reference Wolf PA, Abbott RD, Kannel WB. Atrial fibrillation as an independent risk factor for stroke: the Framingham Study. Stroke 1991;22:983-8. Wolf PA, Abbott RD, Kannel WB. Atrial fibrillation as an independent risk factor for stroke: the Framingham Study. Stroke 1991;22:983-8.
Metagegevens
Titel
De huisarts, atriumfibrilleren en falende beslisregels
Auteurs
Sander van Doorn
Geert-Jan Geersing
Publicatiedatum
19-02-2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 3/2018
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/s12445-018-0051-1

Andere artikelen Uitgave 3/2018

Huisarts en wetenschap 3/2018 Naar de uitgave

Kennistoets

Duimbasisartrose