Inleiding
In 2011 deed KWF Kankerbestrijding in haar rapport Nazorg bij kanker: De rol van de eerste lijn de aanbeveling om de verantwoordelijkheid voor de zorg aan kankerpatiënten, met name in de zogeheten chronische fase na de primaire behandeling, meer bij de eerste lijn te leggen. Deze aanbeveling was een uitwerking van een advies van de Gezondheidsraad uit 2007, Nacontrole in de oncologie, dat aan de huisarts een belangrijke rol toewees in de follow-up wat betreft controle op recidief, signalering en bestrijding van late effecten. Deze goede voornemens om de rol van de huisarts in de nazorg voor kankerpatiënten te versterken, roepen onmiddellijk de vraag op of huisartsen in Nederland daar wel klaar voor zijn. In deze bijdrage zal ik aangeven waarom het voor de hand ligt dat huisartsen die rol inderdaad ter hand nemen, en hoe zij dat praktisch zouden kunnen aanpakken.