Samenvatting
De hals is goed toegankelijk voor eenvoudig onderzoek zonder hulpmiddelen. Dit geldt voor de (kraak)benige structuren, spieren, schildklier, lymfe- en speekselklieren. Er wordt duidelijk uitgelegd welke technieken worden gebruikt bij het palperen, welke bevindingen kunnen worden gedaan en wat de belemmeringen zijn. Aanvullende vormen van onderzoek die worden besproken zijn MRI, CT, fijnenaaldaspiratiecytologie ofwel ‘fine needle aspiration cytology’ (FNAC), cone beam computed tomography (CBCT), röntgencontrastonderzoek (sialografie) en scintigrafie. De belangrijkste afwijkingen aan de hals zijn zwellingen van de lymfeklieren en van de schildklier. Onder andere de volgende lymfe- en schildklieraandoeningen worden besproken: hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie, schildkliervergroting, mediane halscyste, struma, thyreoïditis (ziekte van Hashimoto), lymfadenopathie, de ziekte van Graves, de ziekte van Plummer en maligniteiten.