2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
6. De diagnose
Auteurs : dr. N.M. van Wissen, drs. J.M.I. Vos
Gepubliceerd in: Het geneeskundig proces
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
De diagnose is van belang voor arts en patiënt om de juiste prognose, behandeling en uitleg te kunnen geven.
-
Binnen de gezondheidszorg is de diagnose van belang om intercollegiaal te kunnen communiceren, en om statistiek en onderzoek te bedrijven.
-
Voor de patiënt kan de diagnose belangrijk zijn voor een gevoel van erkenning met betrekking tot zijn klachten, en soms ook als legitimatie voor gedrag (bijvoorbeeld ziek melden) of gebruik van gezondheidszorg (bijvoorbeeld indicatie voor fysiotherapie).
-
Diagnoses kunnen op verschillende niveaus gesteld worden: ziektediagnoses, syndroomdiagnoses en symptoomdiagnoses. Toegelicht wordt in welke situatie wat gebruikt wordt. Dit hangt onder andere af van de aard van de klachten, en verschilt ook tussen eerste en tweede lijn.
-
Binnen het biopsychosociale model wordt benadrukt dat somatische, psychische en sociale factoren niet altijd uit elkaar te trekken zijn.
-
Juiste integrale diagnostiek kan van belang zijn voor het juiste behandelplan.
-
Soms kan geen diagnose gesteld worden, hiervoor wordt de term lichamelijk onvoldoende verklaarde klachten gebruikt.
-
Interdoktervariatie is het verschil in diagnosestelling tussen verschillende artsen.
-
De kappa is een maat waarmee de mate van overeenstemming bij een bepaalde beoordeling uitgedrukt kan worden.
-
Het bespreken van de diagnose wordt toegelicht, alsmede aandachtspunten bij het slechtnieuwsgesprek.