Top

Gepubliceerd in:

2003 | OriginalPaper | Hoofdstuk

2. De communicatie tussen fysiotherapeut en patiënt vanuit systeem theoretisch perspectief

Auteur : P. van Burken

Gepubliceerd in: Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut 2

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

Abstract

In het voorgaande hoofdstuk werd de patiënt als relatief geïsoleerd persoon met bepaalde kenmerkende eigenschappen besproken. Sommige van deze eigenschappen bleken gunstig voor het interactie- en het zorgproces, andere ongunstig. In dit hoofdstuk staat een systeem-theoretische benadering van de patiënt en zijn omgeving centraal. Dat betekent dat gunstig of ongunstig gedrag niet (alleen) beschouwd wordt vanuit de kenmerkende eigenschappen van personen, maar gezien wordt als product van de wisselwerking tussen twee of meer personen. Een voorbeeld.

vorige hoofdstuk Persoonlijkheid: de ene patiënt/fysiotherapeut is de andere niet

volgende hoofdstuk De patiënt positief psychologisch benaderd

(1).

Jackson DD. Homeostase in het gezin. Communicatie, gezin en huwelijk. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 1975:7–19.

(2).

Watzlawick P, Beavin JH, Jackson DD. De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 2000.

(3).

Watzlawick P, Weakland JH, Fisch R. Het kan anders: over het onderkennen en oplossen van menselijke problemen. Deventer: Van Logum Slaterus, 1974.

(4).

Sanders SH. Operant conditioning with chronic pain: back to basics. In: Gatchel RJ, Turk DC, editors. Psychological approaches to pain management: a practitioner’s handbook. London: Guilford Press, 1996:112–130.

(5).

Kunda Z. The case for motivated reasoning. Psychological Bulletin 1990; 108:480–498.CrossRefPubMed

(6).

O’Hair D, Friedrich GW, Wiemann JM, Wieman MO. Managing conflict in interpersonal relationships. In: O’Hair D, Friedrich GW, Wiemann JM, Wieman MO, editors. Competent communication. New York: St Martin’s Press, 1995:334–371.

(7).

Baumeister RF, Leary MR. The need to belong: Desire for interpersonal attachments as a fundamental human motivation. Psychological Bulletin 1995; 117:497–529.CrossRefPubMed

(8).

Ambady N, Koo J, Rosenthal R, Winograd CH. Physical therapists’ nonverbal communication predicts geriatric patiënts’ health outcomes. Psychology and Aging 2002; 17:443–452.CrossRefPubMed

(9).

Rosenthal R. Covert communication in classrooms, clinics, courtrooms, and cubicles. American Psychologist 2002; 57:839–849.CrossRefPubMed

(10).

Grzesiak RC, Ury GM, Dworkin RH. Psychodynamic psychotherapy with chronic pain patiënts. In: Gatchel RJ, Turk DC, editors. Psychological approaches to pain management: a practitioner’s handbook. London: Guilford Press, 1996:148–178.

(11).

Heinemann W. Meeting the handicapped: A case of affective-cognitive inconsistency. In: Stroebe W, Hewstone M, editors. European review of social psychology. London: Wiley, 1990:323–335.

(12).

Tracey JG, Sherry P, Albright JM. The interpersonal process of cognitive-behavioral therapy: an examination of complementarity over the course of treatment. Journal of Counseling Psychology 1999; 46:80–91.CrossRef

(13).

Ryan EB, Kennaley DE, Pratt MW, Shumovich MA. Evaluations by staff, residents, and community seniors of patronizing speech in the nursing home: impact of passive, assertive, or humorous responses. Psychology of Aging 2000; 15:272–285.CrossRef

(14).

McDonald IG, Daly J, Jelinek VM, Panetta F, Gutman JM. Opening Pandora’s box: the unpredictability of reassurance by normal test result. British Medical Journal 1996; 313:329–332.PubMedCentralCrossRefPubMed

(15).

Lucock MP, Morley S, White C, Peake MD. Responses of consecutive patiënts to reassurance after gastroscopy: results of self administered questionnaire survey. BMJ 1997; 315(7108):572–575.PubMedCentralCrossRefPubMed

(16).

Waddell G, Main CJ. Beliefs about back pain. In: Waddell G, editor. The Back Pain revolution. London: Churchill Livingstone, 1998:187–202.

(17).

Damoiseaux V. De compositie van de voorlichtingsboodschap. In: Damoiseaux V, Van der Molen HT, Kok GJ, red. Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Assen: Van Gorcum, 1993:269–289.

(18).

Knaus WJ. Overcoming procastination: a new look. 1995. New York, Instituut for rational living.

(19).

Waddell G. The epidemiology of low back pain. In: Waddell G, editor. The Back Pain revolution. London: Churchill Livingstone, 1998:69–84.

(20).

Ellis A. The basic clinical theory of rational-Emotive Therapy. In: Ellis A, Grieger RM, editors. Handbook of Rational-Emotive Therapy. New York: Springer, 1977:3–34.

(21).

Wenzlaff RM, Wegner DM. Thought suppression. Annual Review of psychology 2001; 51:59–91.CrossRef

(22).

Witman Y, Krol LJ. Paradoxale benadering bij chronisch klaaggedrag. In: Haes JCJMd, Hoos AM, Everdingen JEv, red. Communiceren met patiënten. Maarsen: Elsevier/Bunge, 1999:97–108.

(23).

Velden K van der, Van Dijck R. Wat is directieve therapie? In: Velden K van der, Van Dijck R, red. Directieve therapie 1. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1977:17–25.

(24).

Van Dijck R, Van der Hart O, Velden K van der, Oudshoorn D. Wat is directieve therapie? (2); vijf programmatische uitgangspunten. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus., 1980:17–25.

(25).

Bandura A. Self-Efficacy: Toward a unifying theory of behavior change. Psychological Review 1977; 84:191–215.CrossRefPubMed

(26).

Van Dijck R, Velden K van der, Van der Hart O. Een indeling van directieve interventies. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1980:26–41.

(27).

Van der Hart O, Rubinstein T. Strategische en tactische aspecten van therapie. In: Velden K van der, Van Dijck R, red. Directieve therapie 1. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1977:71–87.

(28).

Lange A. Judo oftewel het niet trekken aan de clienten. In: Velden K van der, Van Dijck R, red. Directieve therapie 1. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1977:88–108.

(29).

Frankle VE. De vergeefse roep om een zin vol bestaan. Amsterdam: Meulenhoff Informatief, 1981.

(30).

Lange A. Strategieën in directieve therapie. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1987.

(31).

Fredrickson BL. Cultivating positive emotions to optimize health and well-being. Prevention & Treatment 2000; 3:http://journals.apa.org/prevention.

(32).

Velden K van der, Van der Hart O, Van Dijck R. Positief etiketteren. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus., 1980:42–57.

(33).

Dixhoorn JV. Körperwahrnehmung und Selbstregulation. In: Kaiser G, Siegrist J, Rosenfeld E, Wetzel-Vandai K, editors. Die zukunft der medizin. Neue wege der gesund-heit? Frankfurt: Campus Verlag, 1996:209–224.

(34).

Lange A. Positief etiketteren; een aanvulling. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus., 1980:58–65.

(35).

Van Dijck R, Van der Hart O, Velden K van der. Over imaginatie en metaforen. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus., 1980:103–117.

(36).

Derks L, Hollander J. Essenties van NLP: Sleutels tot persoonlijke verandering. Utrecht: Servire, 1996.

(37).

Syrjala KL, Abrams JR. Hypnosis and imagery in the treatment of pain. In: Gatchel RJ, Turk DC, editors. Psychological approaches to pain management: a practitioner’s handbook. London: Guilford Press, 1996:231–258.

(38).

Taylor SE, Pham LB, Rivkin ID, Armor DA. Harnessing the imagination: mental simulatie, self-regulation, and coping. American Psychologist 1998; 53(4):429–439.CrossRefPubMed

(39).

D’Zurila TJ, Nezu AM. Problem Solving Therapy: a social competence approach to clinical intervention. 2 ed. New York: Springer Publishing Company, 1999.

(40).

Dixhoorn JJ. Modaliteiten van ontspanningsinstructie. Ontspanningsinstructie: principes en oefeningen. Maarssen: Elsevier/Bunge, 1998:27–43.

(41).

Scheier MF, Carver CS. Goals and confidence as self regulatory elements underlying health and illness behavior. In: Cameron LD, Leventhal H, editors. The self-regulation of health and illness behavior. London: Routledge, 2003:17–41.

(42).

Van Dijck R. Het gebruik van humor en overdrijving. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1980:92–102.

(43).

Burgt M van der, Verhulst F. Doen en blijven doen: patiëntenvoorlichting in de paramedische praktijk. 2 ed. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 1998.

(44).

Van Dijck R. Over paradoxen. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1980:66–78.

(45).

Lange A, Velden K van der. Afleiding. In: Velden K van der, red. Directieve therapie 2. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1980:79–91.

(46).

Hart O van der. Relaties en rituelen. In: Velden K van der, Van Dijck R, red. Directieve therapie 1. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1977:49–61.

Titel: De communicatie tussen fysiotherapeut en patiënt vanuit systeem theoretisch perspectief
Auteur: P. van Burken
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Boek: Gezondheidspsychologie voor de fysiotherapeut 2
Print ISBN: 978-90-313-3966-2

Elektronisch ISBN: 978-90-313-6968-3

Copyright: 2003
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6968-3_2

Bohn Stafleu van Loghum

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

Abstract

Log in om toegang te krijgen