Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

4. De anamnese gericht op de hoofdklacht

Auteurs : prof.dr. J.W.M van der Meer, prof.dr. J. van der Meer, dr. G. Linthorst, dr. C.T. Postma, prof.dr. D. Blockmans

Gepubliceerd in: Anamnese en lichamelijk onderzoek

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

  • Laat de patiënt altijd enkele minuten ongestoord zijn verhaal vertellen (zie paragraaf Het verhaal van de patiënt).
  • Bij elke (pijn)klacht (zie paragraaf Verduidelijking van het verhaal) vragen naar:
    • lokalisatie en uitstraling;
    • karakter;
    • ernst;
    • tijdsrelaties;
    • beloop;
    • begeleidende verschijnselen;
    • verergerende factoren;
    • verzachtende factoren.
  • Als een duidelijk beeld van de klachten is verkregen, kan de arts structuur aanbrengen in het verhaal van de patiënt en het noteren. Eerst wordt de hoofdklacht in één regel opgeschreven (bij meer dan één hoofdklacht: nummeren). Daarna volgt in een logische volgorde een bondig relaas over de klachten. Laat irrelevante gegevens en interpretaties weg (zie paragraaf Ordenen en noteren).
  • Na het noteren van het verduidelijkte verhaal van de patiënt volgt het tweede deel van de anamnese gericht op de hoofdklacht. De arts heeft inmiddels al een of meer (‘vroege’) hypothesen gevormd over de oorzaak of de ontstaanswijze van de klachten. Hij gaat nu vragen stellen om die hypothese(n) waarschijnlijk of onwaarschijnlijk te maken. Vermijd het stellen van suggestieve vragen (zie paragraaf Het differentiaaldiagnostisch ‘uitvragen’).
Metagegevens
Titel
De anamnese gericht op de hoofdklacht
Auteurs
prof.dr. J.W.M van der Meer
prof.dr. J. van der Meer
dr. G. Linthorst
dr. C.T. Postma
prof.dr. D. Blockmans
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1080-7_4