Gepubliceerd in:
2018 | OriginalPaper | Hoofdstuk
22. CT-angiografie
Samenvatting
CT-angiografie wordt uitgevoerd met een contrastinjector. Het contrastmiddel wordt over het algemeen geïnjecteerd in een vene in de arm. Vanaf daar komt het contrast-middel via de v. brachiocephalica en de v. cava superior het rechter hart binnen. Daarna vullen zich de truncus pulmonalis en de takken van de arteria pulmonalis rechts en links. Via de vena pulmonalis rechts en links wordt het linker hart gevuld. Vanuit de linker ventrikel ontspringt de aorta ascendens met als eerste aftakkingen de coronairarteriën. De aorta ascendens gaat over in de aortaboog, met de diverse aftakkingen, en daarna in de aorta descendens. Na de capillaire fase volgt de veneuze fase.