Coördinatie van zorg is nodig in verschillende mate van intensiteit, afhankelijk van de complexiteit van de zorgvraag en het aantal organisaties dat daarbij betrokken is. De mate van coördinatie kan in de tijd fluctueren tussen meer en minder intensief. Extra aandacht is nodig voor coördinatie en in het verlengde daarvan belangenbehartiging bij individuen in de samenleving die weinig gezondheidsvaardigheden hebben, omdat zij niet als vanzelfsprekend kunnen voldoen aan de maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van zelfregie en zelfmanagement. Het kunnen vertonen van leiderschap vraagt van de verpleegkundige dat zij zich bewust is van de vaak bestaande multidisciplinaire ketenzorg, met vele betrokkenen. Binnen een afgestemd deel van de keten kan zij zorgdragen voor continuïteit en samenhang en zo mogelijk een adequate overdracht naar een volgend stukje van de keten. Zorgprogramma’s die zich richten op een enkele aandoening zijn niet altijd passend, omdat er vaak sprake is van multimorbiditeit. Die multimorbiditeit stelt extra eisen aan het coördinerend vermogen.