Artsen moeten beter gaan kijken naar de comorbiditeit van patiënten die ze ontslaan. Ruim een derde van de heropnames zou zo voorkomen kunnen worden.
Onderzoekers van de Amerikaanse Harvard-universiteit onderzochten patronen in ontslag en heropname van ruim 10.000 patiënten. Van die ontslagen patiënten moest 22 procent binnen dertig dagen opnieuw worden opgenomen. Ze ontdekten dat de redenen voor heropname veelal complicaties waren van comorbiditeit. Ruim een derde van die heropnames had voorkomen kunnen worden, stellen de onderzoekers in The British Medical Journal. Die patiënten kwamen namelijk terug vanwege complicaties van aandoeningen die al bekend waren.
De meest voorkomende diagnoses bij heropnames waren infectie (12 procent), neoplasmata (8 procent) en hartfalen (7 procent). Artsen zouden daarom voordat ze patiënten ontslaan ook goed moeten kijken naar de comorbiditeit, en niet alleen naar het probleem waarvoor de patiënt werd opgenomen.
Checklist
Dezelfde onderzoekers schreven begin vorig jaar al over factoren die heropname voorspellen. Ze stelden een checklist op waarmee een zou kunnen nagaan of er veel kans is dat iemand gauw opnieuw opgenomen moet worden. Zulke problemen zouden dan voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door een extra bezoek van een wijkverpleegkundige in te plannen.
De periode na een verblijf in het ziekenhuis wordt ook wel post-ziekenhuis-syndroom genoemd, schrijven de onderzoekers. De patiënt is dan vaak verzwakt en heeft minder weerstand. In die periode worden complicaties van comorbiditeit mogelijk verergerd door de toestand van de patiënt en de stress van een opname. Hoe verpleegkundigen de gevolgen van die kwetsbaarheid kunnen opvangen, wordt besproken op het Symposium Kwetsbare ouderen 2014 op 7 februari.
Auteur(s): Jaap Meijers