Elke psychologische therapie verandert de kijk die iemand op zichzelf en op de buitenwereld heeft. Ieder mens heeft een eigen manier om naar zichzelf en de wereld te kijken (Kelly, 1955). Ieder mens maakt voortdurend veronderstellingen en formuleert die op een eigen manier. Zo vormt een cliënt met problemen zich ook een beeld van het probleem, van wat er is misgegaan en van hoe het zou moeten veranderen. Elke therapie probeert het zicht op het probleem te veranderen. Dit is een van de stappen van elk probleemoplossend bezig zijn: het probleem zo herformuleren dat eraan te werken valt (Urban & Ford, 1971). Dikwijls is de cliënt met het eigen zicht op het probleem vastgelopen. Het komt erop aan hem de zaak zo te laten zien dat er nieuwe mogelijkheden ontstaan.