Inleiding
Chemotherapie is de behandeling met geneesmiddelen die een cytostatisch of cytotoxisch effect hebben op proliferende (delende) kankercellen. Kankercellen worden gestopt in hun delingscapaciteiten (cytostatisch) of ze worden gedood (cytotoxisch). Cytostatica zijn geneesmiddelen die ingrijpen in het metabolisme van cellen. Enerzijds door directe beschadiging van het DNA, anderzijds door indirecte beschadiging van diverse enzymsystemen en dit komt vooral tot uiting bij delende cellen, zowel bij tumor- als bij normale cellen. Immers, een niet-delende cel zal in het algemeen tijd hebben om een DNA-beschadiging te repareren. Dit betekent tevens dat de meeste bijwerkingen van de cytostatica vooral aanwezig zijn in de sneldelende normale cellen, zoals die van de haren, het slijmvlies van het maag-darmkanaal, de huid, het beenmerg en de gonaden.