TODO: Skip to main content
Top

2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk

14. Chemotherapie

Auteurs : J. A. van Spil, MANP, MANP S. Bunskoek, Dr. J. M. Maurer, MANP R. H. Ziengs, Drs. B. I. Hiddinga

Gepubliceerd in: Leerboek oncologieverpleegkunde

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die een cytotoxisch effect hebben op sneldelende cellen, waardoor deze worden gedood of stoppen met delen. Chemotherapie grijpt in op het metabolisme van cellen, door een beschadiging van het DNA, of door een indirecte beschadiging van enzymsystemen te bewerkstelligen. Er zijn verschillende soorten cytostatica, met elk hun eigen werkingsmechanismen en bijwerkingen, zoals de antimetabolieten, alkylerende middelen, platinaverbindingen, antitumorantibiotica en de antimitotische middelen of microtubulaire inhibitoren. Chemotherapie kan voor verschillende doelen worden toegepast, zoals curatief, (neo-)adjuvant, palliatief en als onderhouds- of consolidatiebehandeling. De (oncologie)verpleegkundige speelt een belangrijke rol bij de voorlichting over chemotherapie. Bij de voorlichting is het belangrijk dat de meest voorkomende en risicovolle bijwerkingen worden besproken, evenals wat de patiënt zelf kan doen om bijwerkingen te signaleren, voorkomen of verminderen. Het toedienen van cytostatica heeft risico’s voor de patiënt en de zorgverlener. Het is belangrijk adequate beschermingsmiddelen te gebruiken en interventies toe te passen om de gezondheidsrisico’s te voorkomen of te beperken. Cytostatica hebben een smalle therapeutische breedte en er kan interactie optreden met andere (cytotoxische) geneesmiddelen, met alternatieve middelen of met voedingsmiddelen. Ook de nier- of leverfunctie kan van invloed zijn op geneesmiddeleninteractie. Chemotherapie kent een groot scala aan bijwerkingen, zoals myelosuppresie, gastro-intestinale toxiciteit, cardiovasculaire toxiciteit, neuro- of ototoxiciteit en infertiliteit. Bij ernstige toxiciteit kan tot een dosisreductie of stoppen van de behandeling worden besloten. De (oncologie)verpleegkundige speelt een belangrijke rol bij het monitoren van de bijwerkingen bij chemotherapie.
Literatuur
Deze inhoud is alleen zichtbaar als je bent ingelogd en de juiste rechten hebt.
Metagegevens
Titel
Chemotherapie
Auteurs
J. A. van Spil, MANP
MANP S. Bunskoek
Dr. J. M. Maurer
MANP R. H. Ziengs
Drs. B. I. Hiddinga
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2645-7_14