Samenvatting
De meest voorkomende vormen van gynaecologische kanker zijn cervix-, endometrium- en ovariumcarcinoom. Cervixcarcinoom is de enige vorm waarvoor zowel primaire (vaccinatie) als secundiare (bevolkingsonderzoek) preventie bestaat, waarbij het humaan papillomavirus (HPV) een essentiële rol speelt. Cervixcarcinoom kan in een vroeg stadium (soms fertiliteitsparend) geopereerd worden, uitgebreidere vormen worden behandeld met chemoradiatie. Endometriumcarcinoom is de meest voorkomende vorm van gynaecologische kanker, waarvoor vaak alleen hysterectomie en adnectomie voldoen. Met name Nederlands onderzoek heeft risicofactoren geïdentificeerd op basis waarvan adjuvante behandeling met uitwendige en/of inwendige bestraling en soms chemotherapie gegeven worden. Ovariumcarcinoom wordt meestal pas in een laat stadium ontdekt en steeds agressiever behandeld met een combinatie van operatie (debulking) en chemotherapie. Desalniettemin blijft de prognose slecht. Ovariumcarcinoom en in mindere mate endometriumcarcinoom kan optreden als gevolg van erfelijke belasting, in het kader van respectievelijk BRCA1/2-mutaties en het lynchsyndroom. De enige preventieve optie is profylactische verwijdering van respectievelijk ovaria en uterus.