Inleiding
Momenteel neemt ruim 80% van alle vrouwen van 50-75 jaar deel aan het Nederlandse borstonderzoek, waarmee jaarlijks ongeveer 5000 gevallen van borstkanker worden opgespoord.1 Daartegenover staat dat twee op de drie vrouwen die een verwijzing krijgen voor nader onderzoek in het ziekenhuis achteraf geen borstkanker blijken te hebben. In de afgelopen jaren is zowel het aantal gedetecteerde gevallen van borstkanker als het aantal fout-positieve verwijzingen toegenomen. Dat komt doordat vrouwen met subtiele afwijkingen vaker een verwijzing krijgen en omdat het digitale screeningsmammogram is ingevoerd. Ook is sinds de digitalisering in de screening het Breast Imaging Reporting and Data System (BI-RADS) van het American College of Radiology ingevoerd,2 dat al ruim tien jaar gebruikt wordt op de radiologieafdelingen van de Nederlandse ziekenhuizen. Om de communicatie tussen de betrokken behandelaars te verbeteren, staat in de uitslagbrief voor de huisarts standaard de BI-RADS-eindcategorie.