Samenvatting
De Sociaal-Emotionele Vragenlijst (sev) is een gedragsbeoordelingsinstrument om vast te stellen of sprake is van sociaal-emotionele gedragsproblematiek bij kinderen. De gedragsproblemen die in kaart kunnen worden gebracht zijn: aandachttekort met hyperactiviteit en impulsiviteit, oppositioneel-opstandig, agressief en antisociaal gedrag, angst in het algemeen, sociaal-angstig en angstig-depressief gedrag, alsmede autistisch gedrag. Om de aanwezigheid van deze basisvormen van sociaal-emotionele problematiek te bepalen, dienen 72 gedragingen op deze gebieden beoordeeld te worden door personen die het kind goed kennen (bijv. ouders of leerkrachten). In dit hoofdstuk wordt de betrouwbaarheid van de sev-schalen onderzocht in een steekproef van 2536 kinderen uit de algemene Nederlandse jeugdbevolking, op basis van de oordelen van moeders en vaders (ouderversie). Hiernaast werd de betrouwbaarheid onderzocht in een tweede steekproef van 1243 kinderen uit de algemene Nederlandse jeugdbevolking die door hun leerkrachten werden beoordeeld (leerkrachtversie). Het onderzoek van de interne consistentie laat zien dat de vier sev-basisschalen zowel bij de moeders, vaders als leerkrachten voldoende intern betrouwbaar zijn. Dat geldt tevens voor de subschalen waaruit de basisschalen zijn opgebouwd. Het onderzoek van de interbeoordelaarsovereenstemming wijst uit dat de beoordelingen van de moeders en vaders redelijk overeenkomen. Ook onder de leerkrachten treffen we een redelijke overeenstemming in de oordelen aan.Verder laat het test-hertestonderzoek zien dat de door de ouders ingevulde sev-schalen tamelijk stabiele gedragseigenschappen van kinderen meten over een periode van vier tot vijf weken. Dat geldt tevens voor de leerkrachten. De uitslagen van het betrouwbaarheidsonderzoek wijzen uit dat de door de ouders of de leerkrachten ingevulde sev-schalen voldoen aan de eisen die gelden voor meetinstrumenten die diagnostischindicatieve doeleinden dienen.