Inleiding
De beweegredenen om de studie geneeskunde te gaan volgen zijn uiteenlopend. Onderzoek onder eerstejaarsstudenten geneeskunde laat zien dat de grootste voorkeur uitgaat naar de beroepen chirurg, internist, gynaecoloog, kinderarts en huisarts. Tijdens en vlak na de medische opleiding bestaat er een grote voorkeur voor de curatieve beroepsuitoefening. Slechts een klein deel van de pas afgestudeerde artsen geeft de voorkeur aan een niet-curatieve functie. In toenemende mate omvat de medische beroepsuitoefening naast de curatieve zorg ook niet-curatieve werkzaamheden. Ongeveer 64% van de artsen in Nederland werkt curatief, 26% is volledig niet-curatief werkzaam en ongeveer 10% werkt deels niet-curatief. Deze uitkomsten staan in schril contrast met de beroepsvoorkeur tijdens en kort na de studie geneeskunde.