Skip to main content
Top

2013 | OriginalPaper | Hoofdstuk

11. Beroepenwetgeving

Auteur : A.C. Hendriks

Gepubliceerd in: Leerboek gezondheidsrecht

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Inleiding

Mag iedereen in Nederland handelingen verrichten op het gebied van de gezondheidszorg? Of zijn sommige handelingen gereserveerd voor artsen? Wanneer mag iemand zich eigenlijk arts of chirurg noemen? Maakt het wat betreft de bevoegdheid tot het verrichten van geneeskundige handelingen uit of de betrokkene zojuist de artsenopleiding heeft afgerond of al jaren ervaring heeft?
Voetnoten
1
Hendriks AC. Toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de zorg, met bijzondere aandacht voor de IGZ. Ars Aequi 2011;60:528-39.
 
2
Wat betreft de kwaliteit van zorg zoals die door instellingen moet worden geleverd, wordt verwezen naar 12.
 
3
Art. 1 WUG.
 
4
Art. 145 Wet BIG. Voor een uitvoeriger beschrijving, zie: Biesaart MCIH. Voorgeschiedenis en uitgangspunten Wet BIG. In: Meersbergen DYA van, et al. (red). Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2012/2013 (p. 35-47). Den Haag: Boom Juridische uitgevers; 2012.
 
5
In plaats van ‘niet-regulier’ wordt ook wel gesproken van ‘alternatief’ of ‘complementair’.
 
6
Art. 11 lid 1 Zvw.
 
7
Art. 11 lid 3 Zvw.
 
8
In het bijzonder het Besluit zorgverzekering en de Regeling zorgverzekering.
 
9
Art. 10 Zvw.
 
10
Art. 10 onder a Zvw.
 
11
KNMG-gedragsregel De arts en niet-reguliere behandelwijzen, 1 april 2008.
 
12
HR 5 oktober 1999, NJ 2001, 42 (m.nt. FCB van Wijmen), Med Contact 2000, p. 104 (m.nt. R Doppegieter en B de Kanter-Lover), TvGR 2000/ 72 (m.nt. JCJ Dute) en HR 17 januari 2006, NJ 2006, 89, LJN: AU8074.
 
13
Rb. Zutphen 22 augustus 2006, GJ 2006, 127, LJN: AY6639.
 
14
De tuchtrechter neemt sinds 2011 echter wel tuchtklachten in behandeling over het handelen of nalaten van een in het BIG-register ingeschreven beroepsbeoefenaar gelegen buiten de directe behandelrelatie met een patiënt, bijvoorbeeld wanneer dit handelen of nalaten rechtstreeks zijn weerslag kan hebben op een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg. Zie CTG 19 april 2011, nr. C2010/159, GJ 2011, 87 (m.nt. HC Schutrops), TvGR 2011/ 26, Stct. 2011, 8065, Med Contact 2011;66:2302-4 (m.nt. BVM Crul, DYA van Meersbergen), LJN: YG1057 en CTG 30 augustus 2012, nr. C2009/304, LJN: YG2304.
 
15
Art. 1 lid 2 Wet BIG.
 
17
Conclusie P-G Van Hilten, LJN: BY1252.
 
18
Art. 6 Wet BIG.
 
19
Art. 18-33 Wet BIG.
 
20
CTG 30 oktober 2012, nr. C2011/206, Stct. 2012, 22830, LJN: YG2377.
 
21
Art. 96 Wet BIG. Zie ook Rb. Zutphen 9 november 2012, LJN: BY2768.
 
22
Art. 4 en 40 Wet BIG.
 
23
CTG 24 juli 2012, nr. C2012/056, Stct. 2012, 15987.
 
24
Art. 3 Wet BIG.
 
25
Dit rechtvaardigt nog niet het blootstellen van individuen aan gevaar. Aansprakelijkheid wordt dan aan de hand van de regels van het burgerlijke recht en eventueel via het strafrecht bepaald.
 
26
RTG Eindhoven 1 maart 2010, nr. 0942, LJN: YG0098 resp. CTG 30 mei 2006, nr. 2004/208, GJ 2006, 69, Stct. 2006, 110.
 
27
Art. 14-17 Wet BIG.
 
28
De specialismen geneeskunde zijn: arts voor verstandelijk gehandicapten, huisarts, medisch specialist (bijvoorbeeld internist, chirurg, neuroloog), verzekeringsarts, bedrijfsarts, arts maatschappij en gezondheid en specialist ouderengeneeskunde.
 
29
Zie uitgebreid over de specialistenregisters: Meersbergen DYA van. Specialismen van artikel 3-beroepen. In: Meersbergen DYA van, et al. (red). Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2012/2013 (p. 63-73). Den Haag: Boom Juridische uitgevers; 2012.
 
30
Over dergelijke zaken bestaat inmiddels vrij veel jurisprudentie. Zie o.a. ABRvS 29 augustus 2012, LJN: BX5958.
 
31
De regeling is op 1 oktober 1998 in werking getreden en laatstelijk gewijzigd op 15 december 2011 (Stct. 2012, 11370). Deze regeling is op 1 januari 2013 in werking getreden.
 
32
Art. 14 lid 2 onder d Wet BIG.
 
33
Laatstelijk gewijzigd op respectievelijk 10 september 2007, Stct. 2007, 222; 12 december 2008, Stct. 2009, 9 en 26 september 2008, Stct. 2008, 249.
 
34
Art. 14 lid 2 onder e Wet BIG.
 
35
Art. 48 lid 1 onder f Wet BIG.
 
36
Stct. 2004, 248. De meest recente, door de minister van VWS geaccordeerde versie van deze regeling dateert uit 2011, Stct. 2011, 13700.
 
37
Art. 17 Wet BIG.
 
38
Arts beleid en advies, arts infectiebestrijding, arts tuberculosebestrijding, jeugdarts, arts indicatie en advies, arts medische milieukunde, forensisch arts, SEH-arts, arts internationale gezondheidszorg en tropengeneeskunde en arts verslavingsgeneeskunde.
 
39
Art. 34 Wet BIG.
 
40
Art. 34 lid 2 Wet BIG.
 
41
Art. 39 lid 2 onder b Wet BIG.
 
42
Art. 34 lid 4 Wet BIG.
 
43
Art. 100 Wet BIG.
 
44
Art. 96a Wet BIG.
 
45
Hof Amsterdam 9 april 2008, NJ 2008, 599 (m.nt. J Legemaate), GJ 2008, 117 (m.nt. FCB van Wijmen), TvGR 2008/ 37 (m.nt. B Sluijters), LJN: BC9170. De Hoge Raad heeft deze uitspraak later bevestigd, HR 12 maart 2013, LJN: BY4859.
 
46
Hof Amsterdam 16 december 2010, GJ 2011, 80 (m.nt. JH Hubben), TvGR 2011/ 11 (m.nt. redactie), LJN: BO7698. De Hoge Raad heeft deze uitspraak later bevestigd, HR 12 maart 2013, LJN: BY4859.
 
47
CTG 5 juli 2011, nr. C2010/206, Stct. 2011, 12882, TvGR 2011/ 38, Med Contact 2011;66:1786-8 (m.nt. BVM Crul, DYE van Meersbergen), LJN: YG1325.
 
48
Art. 3 Wet BIG.
 
49
Art. 34 Wet BIG.
 
50
Richtlijn 2005/36/EG van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, PbEG 2005, L 255/22.
 
51
Richtlijnen zijn bindende Europese regels die voor EU-lidstaten de verplichting bevatten hun regelgeving en praktijk binnen een bepaald tijdsbestek met de normen van de richtlijn in overeenstemming te brengen.
 
52
Stb. 1995, 558, laatstelijk gewijzigd Stb. 2012, 269.
 
53
Art. 5 Wet BIG.
 
54
Art. 6 Wet BIG.
 
55
Besluit periodieke registratie Wet BIG, Stb. 2008, 515.
 
56
Wijziging besluit periodieke registratie Wet BIG, Stb. 2011, 433.
 
57
ABRvS 22 augustus 2007, AB 2008, 97 (m.nt. OJDML Jansen), GJ 2007, 151, LJN: BB2172.
 
58
Art. 12 Wet BIG.
 
59
RTG Eindhoven 16 mei 2007, TvGR 2007/ 36.
 
60
Art. 100 Wet BIG.
 
61
Art. 99 Wet BIG.
 
62
Rb. Amsterdam 26 september 2008, LJN: BF3175.
 
63
Art. 18-33 Wet BIG.
 
64
Art. 96 Wet BIG.
 
65
RTG Den Haag 21 december 2004, TvGR 2005/ 40.
 
66
RTG ‘s-Gravenhage 3 mei 2011, nr. 2010-087, GJ 2011, 97, LJN: YG1078.
 
67
ZonMw. Evaluatie Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg. Den Haag; 2002.
 
68
CTG 3 september 2007, nr. 2006/121, Med Contact 2007;62:1998-2000.
 
69
HR 1 april 2005, NJ 2006, 377 (m.nt. HJ Snijder, FCB van Wijmen), TvGR 2005/19, GJ 2005, 97 (m.nt. EP Ceulen), LJN: AS6006.
 
70
Ook buiten de Wet BIG om is de bevoegdheid tot het verrichten van bepaalde handelingen voorbehouden aan sommige beroepsbeoefenaren, zoals lijkschouwing en het ondertekenen van een verklaring van natuurlijke dood (voorbehouden aan artsen volgens de Wet op de lijkbezorging) en levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (voorbehouden aan artsen volgens de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding).
 
71
Rb. Amsterdam 26 september 2008, LJN: BF3175.
 
72
Art. 36 lid 15 Wet BIG.
 
73
CTG 30 oktober 2012, nr. C2011/206, Stct. 2012, 22830, LJN: YG2377.
 
74
Art. 36 lid 15 Wet BIG.
 
75
Meersbergen DYA van. De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIG. De positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking. TvGR 2012;36:203-17.
 
76
Art. 38 Wet BIG.
 
77
Art. 38 onder a en b Wet BIG.
 
78
Art. 35 lid 1 onder b Wet BIG.
 
79
RTG Amsterdam 29 januari 2008, nr. 07/061T, GJ 2008, 63.
 
80
Stb. 1997, 524, sindsdien gewijzigd Stb. 2006, 149.
 
81
Art. 40 Wet BIG.
 
82
Art. 88 Wet BIG.
 
83
HR 1 maart 1985, NJ 1986, 173.
 
84
HR 20 april 2001, NJ 2001, 600 (m.nt. WM Kleijn, FCB van Wijmen), TvGR 2001/ 42 (m.nt. JKM Gevers).
 
85
Zie ook EHRM 17 juli 2008, I. t. Finland, nr. 20511/03, GJ 2008, 139 (m.nt. AC Hendriks), EHRC 2008, 114, § 38 en EHRM 25 november 2008, Armonas t. Litouwen, nr. 36919/02 & Biriuk t. Litouwen, nr. 23373/03, § 40.
 
86
Vzr. Rb. Leeuwarden 21 september 2011, GJ 2011, 156, TvGR 2011/ 42, LJN: BT2298.
 
87
Art. 18 Wet BIG.
 
88
Stb. 1997, 379. Laatstelijk gewijzigd in 2010 in verband met de eis tot het verwerven van bepaalde competenties en het minimumaantal uren voor theoretisch en praktisch onderwijs (Stb. 2010, 704).
 
89
Herwaarden CLA van, Laan RFJM, Leunissen RRM (red). Raamplan artsopleiding 2009. Houten: NFU; 2009.
 
90
Art. 15 lid 2 Wet BIG.
 
91
Art. 15 lid 1 Wet BIG.
 
92
Art. 19 Wet BIG.
 
93
Art. 1 lid 2 Wet BIG.
 
94
Versie juni 2010, uitgegeven door de NFU te Utrecht.
 
95
Tot 2006 werd tevens gesproken over huisarts in opleiding (haio) en verpleeghuisarts in opleiding (vaio). Sinds 2007 wordt in het kader van al deze opleidingen gesproken over aio.
 
96
Duijnhoven FH van. Van basisarts tot specialist. Nederlands Juristenblad 2007;82:1610-5.
 
97
CTG 16 december 2008, nr. 2007/12, GJ 2009, 34, Stct. 2009, p. 8.
 
98
CTG 5 juli 2011, nr. C2010/274, GJ 2001, 127, LJN: YG1331.
 
99
De tekst van deze regeling is via diverse websites te raadplegen, o.a. www.​knmg.​artsennet.​nl.
 
100
A-verpleegkundige, B-verpleegkundige, Z-verpleegkundige, diploma middelbare beroepsopleiding verpleegkundige en diploma hogere beroepsopleiding verpleegkundige.
 
101
Preventieve zorg bij somatische aandoeningen, Acute zorg bij somatische aandoeningen, Intensieve zorg bij somatische aandoeningen, Chronische zorg bij somatische aandoeningen en Geestelijke gezondheidszorg.
 
102
Art. 32 Wet BIG. Deze eisen zijn vervat in het Besluit van 6 juni 2011, houdende regels inzake de opleidingseisen van de verpleegkundige (Besluit opleidingseisen verpleegkundige 2011); Stb. 2011, 365.
 
103
Vgl. art. 36 lid 14 Wet BIG inzake aan gespecialiseerd verpleegkundigen voorbehouden handelingen. Het is de bedoeling dat deze voorschrijfbevoegdheid wordt toegekend aan gespecialiseerd verpleegkundigen op het gebied van diabetes mellitus, van de oncologie en van astma en COPD. Zie het ontwerp van een ministeriële regeling, houdende het voorschrijven van UR-geneesmiddelen door bepaalde categorieën van verpleegkundigen, Kamerstukken II 2012/13, 29 477, nr. 204.
 
104
Art. 8 Wet BIG, Stb. 2008, 515.
 
105
Art. 33 Wet BIG.
 
106
Daartoe hoeft de opleiding overigens niet in het buitenland te worden gevolgd. Bepalend is of een Nederlandse of buitenlandse bevoegde instantie het behaalde diploma erkend. HvJ EG 4 december 2008, zaak C-151/07 (Chatzithanasis), Jur. 2008, C 19/2.
 
107
Art. 41 Wet BIG.
 
108
Art. 45 Wet BIG.
 
109
Besluit buitenlands gediplomeerden, in werking sinds november 1997 en laatstelijk gewijzigd in 2012, Stb. 2012, 269.
 
110
Zie verder de Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties beroepen individuele gezondheidszorg. In werking sinds en laatstelijk gewijzigd in 2011, Stct. 2011, 23648.
 
111
Art. 41 lid 1 onder b Wet BIG, resp. art. 45 lid 1 onder b Wet BIG.
 
112
Stct. 2012, 14620.
 
113
Dit onderdeel is gebaseerd op Hendriks AC, Meersbergen DYA van. Het gezondheidsrecht. In: Medisch Specialistische Zorg 2013 (p. 141-150). Bergen: Mediforum; 2012, en: Meersbergen, DYA van. De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIG. De positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking. TvGR 2012;36:203-17.
 
114
Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking, Stb. 2011, 568, inwerkingtreding Stb. 2011, 631.
 
115
Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten en Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistants, Stb. 2011, 658 resp. Stb. 2011, 659.
 
116
Ontwerpbesluit klinisch technoloog, Kamerstukken II 2012/13, 29 282, nr. 169.
 
117
Verpleegkundig specialisten staan wel ingeschreven in het BIG-register, maar als verpleegkundige en niet als VS.
 
118
Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten en Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid physician assistants. Stb. 2011, 658 resp. Stb. 2011, 659.
 
119
De wettelijke criteria zijn iets anders geformuleerd. Voor de VS’en geldt dat het moet gaan om handelingen die plaatsvinden binnen de uitoefening van het deelgebied van het beroep waarvoor zij een erkende specialistentitel mogen voeren, kortweg, handelingen die binnen het verpleegkundig specialisme vallen. Voor de PA’s geldt dat het moet gaan om handelingen op het deelgebied van de geneeskunst waarbinnen de physician assistant is opgeleid. PA’s worden opgeleid binnen een van de medisch specialismen.
 
120
KNMG, V&VN en NAPA, Handreiking implementatie taakherschikking, november 2012.
 
121
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de derde tranche van de Awb is de Gezondheidswet, waarin tot dan toe de belangrijkste regels inzake toezicht en handhaving op het terrein van de volksgezondheid waren neergelegd, grondig aangepast.
 
122
Art. 5:11 Awb.
 
123
Art. 5:23 Awb. Handhaven ter handhaving van de openbare orde is hiervan nadrukkelijk uitgezonderd.
 
124
Art. 36 lid 1 onder b Gezondheidswet.
 
125
Art. 86 Wet BIG.
 
126
Art. 5:16 Awb.
 
127
Art. 5.17 Awb.
 
128
Art. 5:15 Awb.
 
129
Art. 5:20 Awb.
 
130
Art. l 5:13 Awb.
 
131
Stb. 2010, 191; van kracht sinds 29 mei 2010.
 
132
Kamerstukken II 2006/07, 31 122, nr. 1-3.
 
133
Zie i.v.m. mandateren bevoegdheid tot opleggen bestuurlijke boete: art. 10:3 lid 4 Awb en art. 5:53 Awb.
 
134
De IGZ kwam deze bevoegdheid m.b.t. psychiatrische ziekenhuizen overigens al toe (art. 63 Wet Bopz).
 
135
Sijmons JG, Schalken TM. WUBHV in de eindfase: waar bleef de vertrouwelijkheid? TvGR 2010;34:180-7.
 
136
Dit was althans de bedoeling van de wetgever. De Hoge Raad heeft inmiddels bepaald dat de IGZ bij een afgeleid beroepsgeheim toestemming moet hebben van de oorspronkelijke verschoningsgerechtigde voor het verstrekken van informatie aan het OM. HR 12 februari 2012, RvdW 2013, 318, LJN: BV3004.
 
137
IGZ-Handhavingskader. Richtlijn voor transparante handhaving. Den Haag, 12 december 2008. Zie ook Kamerstukken I 2009/10, 31 122, nr. J en bijlagen.
 
138
ABRvS 27 april 2011, GJ 2011, 86 (m.nt. RP de Roode en AC Hendriks), TvGR 2011/ 23, LJN: BQ2643.
 
139
Art. 87a Wet BIG.
 
140
Art. 100a Wet BIG.
 
141
Art. 65 Wet BIG. Hiervan mag niet te lichtvaardig gebruik worden gemaakt, Nationale ombudsman 6 oktober 2004, rapport 2004/108, TvGR 2005/ 15 (m.nt. J Legemaate).
 
142
Art. 79 Wet BIG.
 
143
CTG 18 september 2012, nr. C2011/255, Stct. 2012, 19377, LJN: YG2337.
 
144
RTG Eindhoven 23 mei 2011, nr. 1093c, LJN: YG1125.
 
145
Art. 96 Wet BIG.
 
146
Art. 96a Wet BIG.
 
147
Art. 97 Wet BIG.
 
148
Art. 98 Wet BIG.
 
149
Art. 99 en 100 Wet BIG.
 
150
Art. 101 Wet BIG.
 
151
Art. 103 Wet BIG.
 
152
Stct. 2010, 15449.
 
153
Art. 28 Sr.
 
154
Art. 7 onder c Wet BIG.
 
Literatuur
1.
go back to reference Meersbergen DYA van, et al. (red). Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2012/2013. Den Haag: Boom Juridische uitgevers; 2012. Meersbergen DYA van, et al. (red). Beroepenwetgeving gezondheidszorg 2012/2013. Den Haag: Boom Juridische uitgevers; 2012.
2.
go back to reference Meersbergen DYA van. De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIG. De positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking. TvGR 2012;36:203-17. Meersbergen DYA van. De veranderde positie van de verpleegkundige in de Wet BIG. De positie van de verpleegkundige en de verpleegkundig specialist in de Wet BIG na invoering van de Wet taakherschikking. TvGR 2012;36:203-17.
Metagegevens
Titel
Beroepenwetgeving
Auteur
A.C. Hendriks
Copyright
2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9963-5_11